I
I
1
I
I
I
I
I
1
I
1
- 22 -
De heer Pellis
Kunnen we dit niet vlot oplossen. Ik geloof niet dat we in dit geva
de letter van de wet moeten toepassen. Het is een hijzonder geval-
Hij vraagt niet om de toren van Bahel te houwen. Hij heeft het nodi
en hij is ziek.
Hij wil hij z'n duiven zitten. Het is een klein hokje. Moeten wij
voor iemand die ziek is nou de letter van de wet toepassen. Ik gelo
het niet, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter
Ik dacht, dat wij moesten oppassen om uitzonderingen te maken, als
ze niet nodig zijn. En als iemand grond heeft om te houwen overeen
komstig het plan, waarom zouden we dan van het plan gaan afwijken?
Ik zou hest hereid zijn om in die zaak in te duiken, wanneer de man
niet kon bouwen, maar hij kan het. Er is ruimte genoeg.
De heer Pellis
Het is zoals de heer Huijhregts zegt; die duiven kan hij daar niet
plaatsen. Die moeten rust hehhen.
De voorzitter
Er zijn zoveel mensen, die hun duivenhok vlak hij het huis hebbei^
staan. En die vliegen toch prijzen. Ik zie het probleem niet.
De heer Marijnissen
Ik ben wel voor een goede en snelle oplossing. Maar ik dacht toch
wel, dat het een redelijk voorstel was van B. en W. om het daar te
laten plaatsen. Dan kan er snel gebouwd worden.
De voorzitter
Hij kan er zo vergunning voor krijgen, als hij binnen 40 meter van
Wernhoutseweg blijft. Ik vind, dat dit toch een behoorlijke oplossin
is.
De kern van de zaak is deze, dat wij best bereid zijn om een keer i
een bijzonder geval, waar het een invalide betreft de zaak afzonder
lijk te gaan bekijken, maar dat we die geneigdheid liever niet moet
hebben, als er een oplossing is en wanneer hij kan bouwen volgens d
voorschriften en dan bouwt hij als zovele anderen, die allemaal hun
duivenhokken vlak aan het huis hebben.
Zo zelfs, dat ze soms over het dak kruipen om de duiven binnen t«fc
halen.
er
De heer Huijbregts
Dan bent U met de situatie Roks niet bekend.
De voorzitter a
Ik ben hier buiten bekend. Ik weet, waar duiven in het algemeen
gehouden worden.
De heer Huijbregts
Dan moet U daar eens gaan kijken, dan zult U het tegenovergestelde
zien van wat U beweert. Hij heeft zelfs een duivenhok staan aan de
grens van de Grote Heistraat.
De voorzitter
Ja, ik weet wel waar hij die duivenhokken heeft staan, maar ik zeg, a
dat hij zijn tuinhuisje niet moet gaan bouwen in het agrarisch ge- I
bied. Er zijn meer mensen, die met moeilijkheden zitten en die graa^
in het agrarisch gebied iets willen zetten en om daarop in te gaan
moet er een absolute noodzaak zijn en die zien wij niet zitten als
de man nog zoveel plaats heeft, waar hij wel volgens plan kan bouweJi
- Dat -