- 13 - dig alleen maar kunt bouwen als je werkelijk behoorlijke contingen ten hebt. Anders krijg je ze doodgewoon niet aan de prijs. Bij nie mand. En dat is ook een probleem. Maar ik kan U dit zeggen; Als U dit stuk voor kennisgeving aanneemt, dan zullen wij aan deze zaken ernstig aandacht schenken, dat kan ik aan de heer Pellis en ook aan de heer Ma.rijni.ssen toezeggen. De heer Marijnissens Die toezegging vind ik een beetje vaag. De voorzitter Die zal vaag moeten blijven. Ik kan niets beloven. De heer Marijnissen i Nee, maar laat mij eens even uitpraten. Het is n.l. zo, als U dus vast blijft houden, dat eerst die andere kwestie opgelost moet worden dan duurt het misschien nog wel tien jaar, voordat we met het volgen de plan bezig zijn. Ik geloof, dat het verstandig is om naast het plan, waar U op dit moment mee bezig bent een nieuw plan voor te be reiden met de mogelijkheid om daar dan wat gemeentewoningen te bouwen Want gemeentewoningen kunnen in dit plan toch niet gebouwd worden. En ook bejaardenwoningen. De voorzitter Gemeentewoningen kunnen hier niet gebouwd worden. Daar zullen hier particuliere wohingen gebouwd kunnen worden op de vrijkomende perce len. En dat is op zichzelf ook al de moeite waard. Die wil men ook wel graag kwijt.Het is tot nu toe zo geweest, dat wij hebben moeten onderhandelen op basis van een bepaalde exploitatie met eigenaren en dat is doodgewoon vastgelopen. Dat moet een onteigening worden. Ik kan mij voorstellen, dat wanneer dat een slepende procedure wordt, dat je dan misschien toch op een andere plaats voort mag gaan. Als je dus in zoverre hebt laten zien, dat je er werkelijk serieus mee bezig bent, dat je tot een onteigening gaat geraken. Maar daar is tot nu toe geen sprake van geweest. Daarom zeg ik, als hier die aandrang komt, wil ik U best beloven, dat we daar aandacht aan zullen geven en dat we zullen proberen daar iets aan de gang te krijgen, maar hoe en wat, dat is op het moment niet te zeggen. De heer Marijnissen Maar ik vind het zo onvoldoende, hoor mijnheer de voorzitter. De voorzitter Ja, maar ik kan U echt niet meer zeggen. Wat moet ik nou zeggen We zullen er 15- 20- 30 woningen gaan bouwen De heer Marijnissen Nee, het gaat er mij alleen om, dat IJ de mogelijkheid wil onderzoeken en wilt onderkennen om eventueel aan een tweede plan te beginnen. U stelt dus, dat U dat pas zult doen, nadat deze zaak afgewerkt is. Daar ben ik het niet mee eens. De voorzitter s Nee, nee, ik heb gezegd; We zijn met grondaankopen vastgelopen. Tot nu toe hebben we steeds de boodschap gekregen; Je zult aan dat plan binnenterrein Pastoor de Bakkerstraat iets moeten doen, voordat je met iets anders mag doorgaan, omdat ze bij de provincie niet wil len -en dat is nog een redelijk standpunt ook- dat we een plannetje neerleggen en daar een paar makkelijke hoekjes uit verwezenlijken en dan maar naar iets anders overwippen. Dat is geen uitbreidings- -plannen -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1974 | | pagina 218