- 16 - Haar we zullen toch rekening moeten houden met de feiten en de "belangen van de gemeente Zundert. Hoe ligt nu een en ander in de praktijk. In de praktijk is het zo dat een groot deel van de agrariërs tevens werknemer is. Daaraan stoort zich niemand. Dat vindt men heel normaal. Men heeft een agrarisch bedrijf en men beoefent daarnaast veelal een funktie buiten dat bedrijf. Daaraan stoort zich niemand. Gelukkig maar, want betrokkenen varen er wel bij en de gemeenschap niet minder. Wij moeten die feiten onder ogen nemen. Nu zijn er mensen, die in dat buitengebied willen gaan wonen. Meerdere keren heb ik gezegd dat hij, die thuis werkzaam is op het bedrijf, daar mede geen moeite -heeft. Betrokkene vervoegt zich bij de ge meente en deelt dan mede dat hij op het bedrijf van zijn ouders werkzaam is.Indien hij zou meedelen dat hij een eigen bedrijfje wenst op te richten -een zgn. gezinsbedrijfje, welke het overigens altijd stellen- dan zou zijn aanvrage om mede werking niet gehonoreerd worden. De tweede uit het gezin, die precies hetzelfde wenst als de eerste, doch zich er niet op kan beroepen dat hij thuis werkzaam is, kan op geen enkele wijze medewerking verkrijgen om een bedrijf te stichten en daarbij een woning te bouwen. We moeten due constateren dat een gedeelte zijn gang kan gaan een ander gedeelte wordt ge weerd. Wat is nu onze bedoeling? De heer Arnouts en ik willen het agrarischgebied behouden voor de toekomst. We willen ech ter de betrokkenen allemaal eenzelfde kansen mogelijkheid bieden. Wanneer een agrariër die naast zijn agrarisch be drijf nog een andere funktie verricht om extra-inkomsten te verkrijgen, zich in het buitengebied wenst te vestigen, dan moet de gemeente voor 100 procent meewerken aan de mogelijk heid van een zodanige vestiging. Wanneer de gemeente ongerust zou zijn over een te dichte bebouwing in het buitengebied da'A heb ik nog een voorstel. Aan de personen, die voor 100 procent tuinder willen worden, doch hieromtrent geen voldoen de zekerheid kunnen verschaffen, zou de eis gesteld kunnen worden dat zij b.v. moeten beschikken over 2 ha. grond in plaats van 1 ha., zoals de regeling thans voorschrijft. We hebben met opzet de laatste tijd gezwegen over de commissie, die de agrarische bouwaanvragen beoordeelt. Die commissie werkt heel geheimzinnig en geruisloos. Ik heb echter moeten constateren dat niet alle aanvragen met dezelfde maatstaven zijn beoordeeld. Buitenstaanders hebben mij zelfs gevraagd of de normen zijn verminderd, en er daarbij op gewezen dat een ves tiging in het buitengebied in tegenstelling tot vroeger veel gemakkelijker toegestaan wordt. Mijnheer de voorzitter, ik vraag m - hu of de commissie beslist bij stemming en of het bestemmingsplan aan de kant wordt gelegd? Of is het bestem mingsplan voor tweeërlei uitleg vatbaar Ik ben daar zeer nieuwsgiêrig naar en met mij tal van anderen. Ik hoop dat dit voldoende is geweest en dat mijn mededelingen U en de raad hebben gerust gesteld dat wij het buitengebied voldoende wen sen te beschermen. Toen indertijd in de raad naar voren kwam het plan tot de aanleg van een camping, hebben wij in een bui ten de raad gewerkt om dit plan koste wat kost tegen te houden, dit in het belang van het buitengebied en de mensen, die in het buitengebied wonen. Ik dank U wel. De voorzitter Ik dank U wel, mijnheer Pellis. Ik geeft thans het woord aan de heer Huijbregts. - De -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1974 | | pagina 16