3 - En als ik kijk naar de bejaardenbonden -ik zie jammer genoeg de voor zitter van de bejaardenbond niet zitten, die is nog steeds ziek, maar ik zie wel andere krachtige figuren van de be jaardenbond. op de publieke tribune zitten- dan denk ik, dat ook deze dames en heren zonder de ^ti chting opbouwwerk een heel eind zouden kunnen komen. Wanneer ik kijk naar de cursus voor handenarbeid, die er zowel voor de bejaarden als andere belangstellenden gegeven wordt, en ik zie, hoe goed die verloopt dan kan ik roe voorstellen, dat het opbouwwerk in deze haar taak heeft volbracht. Want één van de eerste gesprekken, die ik met de heer De Rooy over het opbouwwerk voerde was ik moet mezelf zo snel mogelijk overbodig maken in Zundert. Dat is voor mij wel een ondankbare taak, maar zo ligt het werk nu eenmaal. En die cursussen draaien zo goed, dat je bijna gaat zeggen s"Hij is overbodig". Dat zou men uit het rapport kunnen halen. Ik ben er blij om, dat de heren van de raad me toch toestemming gegeven hebben, om behalve het rapport te lezen, ook nog met andere mensen, die zich hiermee bezig houden, te praten. Daardoor ben ik tot de con clusie gekomen, dat er toch nog wel het, een en ander mis zit. Het is bijvoorbeeld verbazingwekkend dat de cursussen handenarbeid nog steeds onder leiding - en met onder leiding wil ik zeggen, onder financieel toezicht zon""_beetje- van het opbouwwerk uitgaan. Het is jammer, dat, laat ik mij alleen tot deze groep beperken, de dam.es, die op voortreffelijke wijze deze cursussen leiden, niet in staat zijn om deze zaak zelfstandig te runnen. Haar we hebben vernomen hebben ook de bejaardenbonden en oök stellig het weduwe-kontakt hier en daar wensen, die ze niet- zo maar op kunnen lossen. Ik ben daarom tot de conclusie gekomen, dat aan de stichting opbouwwerk -ook al heb ik geboord, dat de huidige opbouwwerker Zundert gaat verla ten (jammer genoeg kon men mij de redenen niet mededelen)- behoefte bestaat, omdat er hier in Zundert hier en daar nog wat hapert op het gebied van het verenigingsleven, en omdat er inderdaad gewoon hulp nodig is, ook al zou men als men ziet welke bestuurslieden aan 't bewind zijn verwachten, dat deze mensen het eigenlijk best zelfstandig zouden kunnen doen. Het blijkt, dat men een bepaalde deskundige hulp vanuit die kant nodig heeft en ook graag wil hebben. Ik hoop dan ook, dat er ook op de komende begroting weer een post staat, waar de stich ting opbouwwerk in genoemd wordt. Dat wou ik erover zeggen. De voorzitter Ik heb heel vlijtig genoteerd, toen IJ begon. Eerst wist ik niet waar U naar toe wilde, maar U bent vóór het opbouwwerk. Daarmede ben ik het helemaal met U eens. Maar omdat de kwestie in discussie is geweest en omdat, laten we daar niet omheen draaien, de heer de Rooij, die jammer genoeg inderdaad weg schijnt te gaan, het met verschillende dingen niet gemakkelijk heeft gehad, is het misschien te vroeg, dat ik namens het kollege, want we hebben tot nu toe'-in het verleden de zaak voorgestaan, nog een keer onderstreept, dat wij inderdaad dit werk als belangrijk en waardevol beschouwen, ook voldoende concreet omschreven en concreet, op poten gezet om daar steun aan te geven; misschien vaag in de onbe grensdheid van het terrein, d.at-'-de opbouwwerker bestreedt, maar heel concreet in de dingen, die hij aanpakt. De dingen, die aangepakt zijn, die- hadden inderdaad door de weduwen zelf op poten kunnen worden gezet, dat. zou door die ouders van de peu ters zelf hebben kunnen gebeuren. De bejaarden zouden een heleboel dingen zelf van de zolder hebben kunnen halen, maar toch is, dacht ik, de deskundige begeleiding en bet wijzen op de mogelijkheden, in dit ge val en de incidentele begeleiding van groot belang geweest voor die dingen en ik moet. ook zeggen, dat wij zeker in de komende begroting een

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1974 | | pagina 164