verleden dezelfde is geweest als die van de commissie ruimtelijke ordening. Benoeming van de leden van de commissie als bedoeld in artikel 390, derde lid van de Bouwverordening. Deze commissie treedt op in beroepen tegen weigering van een bouwver gunning of tegen niet welgevallige voorwaarden, verbonden aan een bouwvergunning. In zulke gevallen staat beroep open op de raad. Dan moet er een commissie uit de raad zijn, die de belanghebbende hoort. Dat wil dus zeggen, dat betrokkene op deze manier de gelegenheid krijgt zijn bezwaarschrift nader toe te lichten. De commissie brengt dan rapport uit van hetgeen is naar vorengebracht door de belangheb bende. De raad neemt dan op een prae-advies van burgemeester en wet houders een beslissing. Dat is de taak van de commissie voor beroeps zaken ingevolge de bouwverordening. Het voorstel is daarin dezelfde heren te benoemen, die zitting hebben in de commissie groei en ont wikkeling. De heer Valk Mijnheer de voorzitter, ik zou willen voorstellen om één lid van buiten de gemeenteraad te benoemen, en wel een jurist. Wij raads leden zijn geen juristen en kunnen daarom niet altijd doorgronden welk wetje nu wel en welke regeling nu niet van toepassing is. Ik doe dit voorstel met het oog op de ervaring, di<?we gehad hebben met een geval, waarbij de belanghebbende zelf een jurist had aangetrokker Ik vind het niet juist, dat de man zelf voor die advocaat moet zorgei Als het juridisch juist is, dat aanvrager zijn vergunning krijgt, dan moeten we dat zelf uitmaken en daarvoor hebben we dan een jurist nodig. De voorzitter Dit voorstel lijkt mij te bestrijden. De taak van de commissie is, zoals ik U heb gezegd, de belanghebbende te horen, meer niet. Ik ben zelf jurist en ik ben als voorzitter van de commissie heel goed in staat om iemand behoorlijk te horen en de gelegenheid te bieden het zijne naar voren te brengen. Betrokkene moet zelf zijn belangen be pleiten. Dat ligt niet op de weg van de in de commissie zittende leden. De commissie is een deel van de raad, dat de belanghebbende hoort, anders zou hij in de volle raadsvergadering moeten komen, wat een tijdrovende en ook wel onpraktische manier van doen lijkt. Als belanghebbende zich wil doen bijstaan door een jurist, dan is dat aan te prijzen, daar bestaat volop de gelegenheid voor. Maar dat is uiteraard wel zijn zaak, die hijzelf moet regelen. Het is niet ge bruikelijk, dat de raad hem komt verdedigen en zijn positie bepleite] De raad oordeelt en pleit dus niet. In verband met het karakter van de commissie en haar taak lijkt mij Uw voorstel niet juist. De heer Valk Mijnheer de voorzitter, om te beginnen wil ik natuurlijk Uw bekwaam heid als jurist niet onderschatten, maar het gaat hier over het priu cipe en het is niet gezegd, dat we altijd een burgemeester hebben die jurist is. Bovendien is het zo, dat als er een beroep op de raad wordt gedaan de beslissing in de vergadering van burgemeester en wethouders al gevallen is. Met andere woorden, U heeft het dan als burgemeester en tevens als jurist al beoordeeld. En omdat juristen onderling ook nog wel eens kunnen verschillen, dacht ik dat het juist zou zijn om de commissie met een jurist van buiten te bemannen. - de voorzitter -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1974 | | pagina 154