nr. 679.
Openbare vergadering van de raad der gemeen
te Zundert op dinsdag 3 september 1974 om
19*30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn de heren P.J. Mertens, M.W.G. Laseroms, J. Here-
ijgers, P.J.M. Kunst, Th.S.M. Valk, Chr.P.
HuijbregtsJ.J. Pellis, A.P.A.J. Arnouts,
H.A. van Nunen, A.G. Hoekman, S.G. Jocheras,
C.A.M. Marijnissen, C.G. Zwaard, P.A.G.
Jacobs en A.P. Jochems.
Voorzitter is de heer mr. A.F.C.L. Kievits.
Sekretaris is de heer C.P.A. Stoffelen.
'inë- De voorzitter opent de vergadering met het voorgeschreven gebed.
Hij spreekt dan als volgt
U ziet mij hier zitten midden in de raad met twee lege stoelen
naast mij en de sekretaris en dat wil zeggen, dat op dit moment in
Zundert nog geen kollege functioneert. In deze vergadering worden
allereerst de nieuwe raadsleden beëdigd, die zijn toegelaten door
de vorige raad en dan komt de verkiezing van wethouders aan de orde.
Die toelating van de leden door de vorige raad is eigenlijk een
zaak, die ik uit de tijd vind. Ik wil hier wel zonder wethouders
naast mij als punt van wenselijkheid van gemeenterecht stellen, dat
naar mijn mening de raad zo goed als de staten en zo goed als de
kamer moet beslissen over eigen geloofsbrieven en over eigen toela
ting. En ik vind, dat het eigenlijk een stuk is van een bevoogding,
die uit de tijd is, dat hierop nog kontrole is én door de provincie
én door de kroon, in ieder geval in de zin, zoals dit nu geregeld
is. Ik dacht, dat dat aan het karakter van de raad afbreuk doet, en
ik dacht, dat ik dit bij deze gelegenheid nog eens moest zeggen.
Vanavond hebben we dus alleen de verkiezing van de wethouders en de
benoeming van de leden van de commissies, opdat die commissies zo
snel mogelijk zullen kunnen functioneren. De eerstvolgende gewone
vergadering zal zijn op 1 oktober a.s. en dan is er weer een kollege,
dat U voorstellen heeft gedaan. Het enige, dat mij krachtens de wet
als eerste te doen staat is U te beëdigen, U de belofte af te nemen
en de vereiste verklaringen en dan de stemming te leiden voor de
verkiezing van de wethouders.
diging i- Beëdiging toegelaten leden van de raad.
gelaten
en. Be voorzitter
Ik ga U voorlezen het eedsformulier. Degenen, die de eed afleggen
zouden mij dan moeten nazeggen de woorden "Zo waarlijk helpe mij
God Almachtig". Degenen, diede belofte en de verklaring afleggen
zeggen mij na onderscheidenlijk; "Dat verklaar ik" en "Dat beloof
ik".
Ik nodig U uit te gaan staan en te luisteren naar de voorlezing van
de eed van zuivering en de ambtseed.
De voorzitter doet dan voorlezing van de zuiveringseed, die dan
door het uitspreken van de woorden "Zo waarlijk helpe mij God Almach
tig" wordt afgelegd door de heren Mertens, A.P. Jochems, S.Jochems,
HuijbregtsHoekman, Van Nunen, Pellis, Arnouts, Valk, Kunst,
Hereijgers en Laseroms.