I
I
I
1
I
I
I
I
I
Afscheid
raadsleden.
Sluiting.
- 12 -
1-
vol-
ve:
De voorzitter
Vandaag zitten we in deze samenstelling voor de laatste keer. De
gende maal zullen er 6 van U niet meer bij zijn. Die gaan weg om
schillende redenen. Sommige van deze heren hebben een enorm lange
tijd in de raad gezeten, sommigen een bijna legendarisch lange tijd,1
maar allen een respectabele tijd. Aan hun raadslidmaatschap komt
straks een einde, maar dit is dan toch de laatste vergadering, die B
meemaken. En ik wil dat niet laten passeren zonder in het publiek -
straks nog onder elkaar - afscheid te nemen en ze te danken voor het
geen ze gedaan hebben.
Ik heb er drie op de lijst staan - van bovenaf, willekeurig - mijn- fl
heer van Hassel, mijnheer Leeuw en mijnheer Mathijssen, die vanaf
1958 in cLe raad gezeten hebben. Dat is dus 16 jaar. Ik heb dus geze^
sommigen legendarisch, anderen tenminste een heel respectabele tijd
want ook 16 jaar is erg lang.
Er gebeurt heel veel in die jaren, er wordt ook veel van je gevraagd.
En ik moet zeggen dat de heren, in de tijd die ik heb mogen meemakeB
veel gegeven hebben van zichzelf. Ik betreur het, dat ik U hier nieB
meer zal zien. Ik vind het jammer, dat hier weggaat. Het is een lo
gische zaak, dat in een democratisch gekozen orgaan mensen gaan en^
mensen komen, maar dat wil niet zeggen, dat wij dit niet zouden
betreuren, dat er onder ons afscheid nemen. Degenen die dus gaan:
vind het oprecht jammer.
Mijnheer Verheijen, die heeft in de raad gezeten vanaf 20 september!
1945. Dat is dus nog langer. Hij heeft dezer dagen zijn testament aB
uitgesproken en mijnheer Verheijen, daar kan ik best inkomen, dat U
dat gaat doen. U hebt zolang meegelopen. U bent in de periode 1953 I
tot 1958 wethouder geweest. Dan hebt ook inderdaad recht van spre-B
ken als een mening hebt en dan is die mening er een, die gebaseerd
is op jarenlange ervaring. En wanneer sprak, dan wisten we dat heta
kwam van iemand, die wist waarover hij het had. Ook mijnheer Ver-J
heijen, zie ik ongaarne vertrekken.
Mijnheer Koeken, wij hebben samen mogen werken. was wethouder toe
ik hier kwam. was raadslid van 20 september 1945 tot 1953 en weer
van 1958 tot heden en bent wethouder geweest van 1958 tot 19^2, va
1962 tot 1966 en van 1966 tot 1970 en dat wil dus zeggen 12 jaar lang,
drie perioden in één ruk. Voor datgene, dat in die perioden gedaaB
hebt, zeg ik graag dank. Ik heb het grootste respect voor ïïw werkB
kracht. Ik vind het jammer, dat afscheid neemt en ik hoop, dat in
goede gezondheid verder van ïïw rust zult kunnen genieten. BfB
Dan heb ik hier - ik sprak van legendarisch - mijnheer van Bedaf, I
vanaf september 1935. Hij is raadslid geweest vanaf drie september
1935; hij is wethouder geweest van 1949 "tot 1953 en hij was tijdeli^c
lid van het college in de tussenperiode voor ik hier kwam en hij
heeft mij dan ook mee verwelkomd. Ook mijnheer van Bedaf, en dan'
speciaal met ïïw eigen positie in de jaren in Achtmaal, dank voor het
geen hebt gedaan.
Het is nu zo gauw gezegd bij zo'n afscheid. Ik heb dit niet goed
voorbereid, het was niet voor te bereiden. Ik geloof dat ik in dit
opzicht werkelijk uit het hart moet spreken en allemaal moet bedais*
ken voor hetgeen gedaan hebt hier in de raad. Het zijn enorme tij-B
den geweest. Er is wat van gevraagd en hebt een goed antwoord g™
geven op die vragen; hebt ïïw portie geleverd. En mag ik dan de dank
van degenen, die blijven vertolken in dit afscheid van in deze
raadsvergadering. We gaan straks onder elkaar nog even door, we wil
len dit niet ongemerkt voorbij laten gaan, maar hier dan voor hetgeen
gedaan hebt respect en dank
Niets meer te behandelen zijnde,
met het voorgeschreven gebed.
t-
sluit de voorzitter de vergadering
en
St/RA
Aldus vastgesteld in de openbareB
vergadering van 1 oktober 1974- B
de raad voornoemd
df* sej ^retaris, orzitter,