I
I
I
I
ft
I
I
i
i
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
r.
XIII.
De heer Kunst
(betreffende het ingekomen stuk vermeld onder XIIl)
Ik zou hier graag nog iets over willen zeggen, mijnheer de voorzitter.
Ik ben er nog niet helemaal van overtuigd, dat er in het verslag ee
duidelijk antwoord gegeven wordt op mijn vraag. Omdat ik er zelf nog
niet van overtuigd ben, dat het duidelijk genoeg is, wil ik voordat
concrete opmerkingen over het verslag ga plaatsen nog even de tijd
hebben om zowel een aantal verenigingen en verenigingsbesturen, de o
bouwwerker en eventueel bestuursleden van de Stichting Opbouwwerk enl
ge vragen te stellen en enige toelichting te vragen over hetgeen ze
neergeschreven hebben. Ik kan hier natuurlijk op terugkomen in de be
grotingsvergadering, maar ik kan me voorstellen dat U liever eerder
weet of met het opbouwwerk in de begroting 1975 rekening gehouden moet
worden. Maar mogelijkerwijze zijn er hier raadsleden, die straks gee
zitting meer zullen hebben in deze raad die in verband met het uitge
sproken en afgeronde standpunt, dat zij in deze hebben, reeds nu van'
de gelegenheid om op deze zaak in te gaan, gebruik willen maken.
De voorzitter
Ik zou willen voorstellen het stuk nu voor kennisgeving aan te nemen^
we kunnen het natuurlijk niet voor onbepaalde tijd laten overstaan,
kunt er altijd nog op terug komen, bijvoorbeeld in de begrotingsver
dering. Ik zou U wel willen verzoeken om, als Uw bevindingen ten aan
zien van het opbouwwerk zodanig ongunstig zijn, dat dit consequentie
zou moeten hebben voor de begroting 1975> ons dit tijdig te laten we
ten.
De heer Pellis
Mijnheer de voorzitter, wij hebben een uitvoerig rapport gekregen van
het opbouwwerk. Er worden hier vragen gesteld. Ik stel voor dit rap
port te behandelen. Iedereen heeft dit rapport gekregen en kan vol
doende geïnformeerd zijn.
De heer Kunst
De heer Pellis stelt wel, dat iedereen voldoende ingelicht kan zijn,
maar er zijn buiten het lezen van rapporten nog andere mogelijkheden
om zich te laten informeren. Daarvoor heb ik niet voldoende gelegSP
heid gehad.
De voorzitter
Als de heer Pellis wil, kan dit rapport nu behandeld worden. U kunt
alleen niet verwachten, dat burgemeester en wethouders de verdediging"
ervan op zich zullen nemen. Het is ons stuk niet. Het is een naar aan
leiding van vragen uit Uw raad op ons verzoek door het opbouwwerk s£
mengesteld rapport.
De heer Pellis
Mijnheer de voorzitter, ik ben zelf lid van het bestuur van het op
bouwwerk en ik ben overtuigd van het bestaansrecht van het opbouwwerk,
maar als sommige leden daaraan twijfelen, dan zou een toelichting va|
de voorzitter van de stichting, die ook deel uitmaakt van de raad,
zaak kunnen verduidelijken.
De voorzitter
Nou, mijnheer Pellis, zo is het natuurlijk ook weer niet. Naar aanlei
ding van vragen van de heer Kunst is dit rapport uitgebracht. Als ni
geen van de leden van Uw raad concrete opmerkingen heeft, lijkt het
mij niet juist dat het bestuur van de stichting hier zijn beleid gaaT
zitten
3i-
IX