I
I
I
I
I
I
I
1
I
I
1
I
I
I
- 22 -
gedacht; we zouden het werkelijk niet weten. En een eenvoudige
siervijver is toch ook een te beperkt nut om daar die plas water
voor aan te houden.
De heer Huijbregts
Mijnheer de voorzitter, U zegt zelf dat er geen water in komt.
De voorzitter
Het waterpeil is teveel gezakt naar verhouding, maar er staat wel
degelijk water in, en er staat aan de kanten modder. Haar het die
ste punt toe staat er wel degelijk water in. Het is net diep genoeg
om er in te verdrinken voor kinderen en het is als visserij-objee
naar het oordeel van deskundigen, de moeite niet. Nou, als het di
dan gevaarlijk is en het biedt geen enkel perspectief om er wat van
te maken, beëindig dan de misère en gooi het dicht.
eg
De heer Hoekman
Dan gooi het maar dicht tot op een diepte van anderhalve meter.
De heer Laseroms s •I
Dan kun je beter een nieuwe put graven; daarop is subsidie te krij
gen.
De voorzitter
Dat is een andere zaak. De vraag die voorligt is of het oude bad
gehandhaafd moet worden. Naar het oordeel van deskundigen is er
geen eer aan te halen. Het voorstel is daarom dit gevaarlijk objeiW
dicht te gooien. Ik zou dat graag in stemming willen hebben. Ik zie
geen reden tot aanhouding.
De heer Huijbregts
Ik stel voor, mijnheer de voorzitter, dit punt aan te houden om h
Alfertje de gelegenheid te geven omtrent deze zaak met burgemeest
en wethouders een gesprek te hebben.
De heer van Bedaf
Als dit punt wordt aangehouden, dan stelt U zich toch niet verant
woordelijk, mijnheer de voorzitter, voor de ongelukken die eve
eel daar gebeuren.
De voorzitter
Beslist niet. Laten we stemmen over het voorstel van de heer Huij
bregts om dit punt aan te houden.
Op de wijze als bepaald in artikel 27 van het reglement van orde
wordt vastgesteld, dat de omvraag begint bij nummer 12 van de pre-H
sentielijst, de heer Laseroms.
Er wordt dan als volgt gestemd:
De heer Laseroms: tegen de heer Kunst: tegen de heer Hereijge
tegen de heer Valk: voor de heer van Bedaf: tegen de heer Ma-
thijssen: tegen de heer Leeuw: voor de heer Verheijen: tegen
de heer van Hassel: voor de heer Huijbregts: voor de heer Pel
lis: tegen de heer Hoekman: voor de heer Arnouts: tegen en de
heer Mertèns: tegen.
De voorzitter
Het voorstel van de heer Huijbregts is dus met negen stemmen tegen
en vijf stemmen voor verworpen.
- Daar -