De voorzitter schorst de vergadering.
Na ongeveer vijf minuten heropent de voorzitter de vergadering.
De voorzitter
Mijnheer Valk zegt net in de schorsing tegen mij, dat ik gezegd zc
hebben, dat er betaald zou worden. Ik kan me daar niets van herin'
neren. Het is mij totaal onbekend. De sekretaris zou het moeten be
vestigen. Die schudt zijn hoofd en zegt: ik weet het ook niet. Noi
goed, dat zullen we dan maar moeten laten voor wat het is.
De heer Valk
Ja, mijnheer de voorzitter, maar dat vind ik dan toch wel een bij
zonder kwalijke zaak.
De voorzitter
Ja, dat kunt U nu zeggen, maar ik wil over ja en nee nu geen ruzi
hebben.
De heer Valk
Nee, daar wil ik geen ruzie over maken, maar ik wil wel heel duid<
lijk stellen dat dat gezegd is.
De voorzitter
Nou, mijnheer Valk, ik neem dan toch heel duidelijk aan dat U ond<
een misverstand leeft en U hebt ten aanzien van toezeggingen aan
groep heel wat meer misverstanden gehad de laatste tijd.
De heer Valk
Dat is geen misverstand geweest, mijnheer de voorzitter, dat is
geen misverstand geweest. Heel duidelijk heeft U dat gezegd. En a
dat ontkend wordt, ook door meneer Stoffelen, dan vind ik dat hee
erg, want die weet heel goed dat dat gezegd is. Ik heb het ook aa
de mensen van de milieugroep meegedeeld.
De voorzitter
Nou, dat hebt U dan voor Uw eigen rekening en risico gedaan. I^ÉÉ
mij daar niets van herinneren. Ik dacht trouwens dat uit de aara
van mijn reactie duidelijk was, dat ik het niet gezegd zou hebben
De heer Valk
Ja goed, dat begrijp ik, maar het is wel heel duidelijk gesteld,
mijnheer de voorzitter.
De voorzitter
Maar nu dan het voorstel om de zaak te behandelen, want we hebben
hier nog steeds een voorstel liggen om het af te wijzen. Er zijn
enkelen Uwer die voor aanhouden van het voorstel voelen. Wie voel
er voor aanhouding van het voorstel? Even kijken, daar is een vrit
grote meerderheid voor. Goed, dan wordt het voorstel aangehouden.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeen
komstig het voorgestelde ten aanzien van ingekomen stuk XIV beslo
ten.
Ad XV.
De heer Pellis
Mijnheer de voorzitter, de Molenweg is een klein, zeer intensief
bebouwd wegje, als we het vergelijken met de wegen die verhard zit
Hij ligt vlak bij de kom van het dorp. Er wordt veel gebruik van