- 3 - Dan hadden wij te maken met een procedure van afwijking van een bestemmingsplan. Die afwijking vond vroeger plaats op grond van artikel 20 van de Wederopbouwwet. Daarvoor werd terecht door de provincie steeds geëist dat de omliggenden bezwaar zouden kunnen maken. Dat is in enkele gevallen een belemmering geweest voor het inrichten van een camping m.n. omdat wij in de bezwaren aanleiding zagen om de zaak niet verder door te zetten De bezwaren-procedure is van vrij groot belang, omdat wan neer men afwijking toestaat van een bestemmingsplan en dus eigenlijk langs een achterdeur een wijziging brengt in een plan dat is vastgesteld volgens een hele procedure waarin beroepsmogelijkheden zijn tot bij de Kroon. Men kan bezwaar indienen bij de raad, men kan in beroep gaan bij de provin cie en men kan in beroep gaan bij de Kroon. Dan zou men door die achterdeur-procedure de beroepsmogelijkheden van degene die daar belang bij hebben kunnen frustreren. Daarom wordt dus altijd -en dat is ook een normale administratieve praktijk- deze zaak tevoren afgetast. Hierna gaat het besluit naar de provincie met eventueel de opmerking van de gemeente dat men de bezwaren niet van dien aard vindt dat men daaraan gehoor moet geven. Dat kunnen be zwaren zijn, die zo gezocht zijn en duidelijk kant nog wal raken, dat men daar niet op in hoeft te gaan. Dat kunnen echter ook bezwaren zijn dat men zegt, nu zullen we hier toch niet meer mee door kunnen gaan, omdat als wij op deze manier zouden doorgaan en de provincie deze bezwaren naast zich zou neerleggen er een stuk rechtszekerheid zou wegvallen. Dat is in dit geval gebeurd. Wij hebben hier de ingekomen bezwaren zeer serieus genomen, ook gelet op de herkomst daarvan. Hoewel wij in het algemeen als kollege van burgemeester en wethouders, met het oog ook op de uitgesproken wensen van Uw raad, aan redelijke ver langens op het gebied van recreatie tegemoet willen komen, is er in de praktijk weinig van gekomen, omdat men niet over de drempe^een kwam. We hebben hier op het moment drie campings. Ik heb persoonlijk over verschillende gevallen ook in Den Bosch overleg gevoerd, maar er is verder geen projekt geweest dat de eindstreep gehaald heeft. Wij hebben altijd een beleid gevoerd dat was ingegeven door het rentabiliteitsaspect wat inhoudt dat wij alleen gepor teerd zijn van een camping met zo grote eenheid dat een be hoorlijke opzet verzekerd is. Wij hebben geen behoefte aan beunhazerij op dit gebied. Maar met dit geval worden wij er toch wel opgedrukt, dat in Zundert en dat is ook een proces dat in het hele land plaats vindt, daarmee zijn wij als gemeente ook niet in geïsoleerd gezelschap, het buitengebied bijzonder gevoelig is en op tal van plaatsen geen aantasting kan verdragen. In een heel ander verband is dat voor het kollege aanleiding kritisch te staan tegen bouwaanvragen in het agrarisch gebied, dat is een heel ander verhaal schijnbaar maar in feite een ver want artikel. In dit geval zijn wij eigenlijk wel wat verrast door de he vigheid van de reacties. Wij hebben hier bijna net zoveel publiek als "Het Kliekske" in café Den Bels. We zijn er eerlijk gezegd blij mee dat er zoveel belangstelling voor deze zaken bestaat en wij hebben ons gerealiseerd dat wij ons in de publieke opinie gesteund weten wanneer wij een se lectief beleid op dit punt blijven doorzetten. - Ik -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 3