-11-
Wy hebben niet de mogelijkheid om die ongewenste toestand te keren,
daar ter plaatse geen gebruiksvoorschriften gelden. Als hij met
een vrachtwagen op het erf rijdt, dan kunnen wij hem dat niet ver
bieden. We kunnen alleen daartoe medewerking weigeren door geen
in- en uitrit toe te staan. Naar onze mening heeft het bedrijf een
omvang bereikt, die redelijkerwijs niet groter mag worden. Dat
houdt in dat die zaak aldaar niet ongelimiteerd mag uitgroeien.
Het bedrijf is immers gelegen in een woonblok. Dat gaat niet, daar
er andere belangen dan alleen economische in het geding komen.
Als men zaken doet, moet men zelf zorgen voor een daarop afgestem
de accommodatie. In dat opzicht is de situatie van het bedrijf van
de heer van Trijp toch wel achter gebleven, üiziet van tal van be
drijven in Zundert dat deze terreinen aanleggen en inrichten voor
het parkeren van vrachtwagens. Dat is eigenlijk de normale gang
van zaken bij de groei van een dergelijk bedrijf. Ik kan best begrij
pen dat de heer van Trijp het in economisch opzicht niet direkt mo
ge lijl$4chl/zijn bedrijf te verplaatsen. Ik begrijp ook goed dat het in
de secjtor van de transportbedrijven in de toekomst niet allemaal
rozengeur en maneschijn wordt. Natuurlijk zullen er in die branche
moeilijkheden komen. De olie-schaarste zal zijn gevolgen hebben. Hoe
en in hoeverre weet ik ook allemaal niet. Ik weet niet of het in
die sector zo hard zal aankomen. Ik durf er niets van te zeggen.
Maar laten we aannemen dat het zo zal gaan. Zelfs dan nog zou ik
willen zeggen dat we in dit geval niet buiten proporties moeten
gaan. Wat doen we eigenlijk We zeggen tegen de heer van Trijp dat
hij niet op onze medewerking moet rekenen bij hetgeen zich aan de
Veldstraat ontwikkelt. Bij het huisje, dat de heer van Trijp ten be
hoeve van de uitbouw van zijn bedrijf gekocht heeft, behoort een
tuin. Dat open erf is in het bestemmingsplan niet aangewezen als
een parkeerterrein. Het behoort als tuin bij de woning, opdat de
ze woning als zodanig bewoond kan worden. Wij vinden de huidige si
tuatie niet juist. Terwijl we de heer van Trijp graag zijn boter
ham gunnen, kunnen we niet tolereren de overlast, die zijn bedrijf
bezorgt aan omwonenden, temeer omdat de plaats, van waaruit de
overlast ontstaat, niet als parkeerterrein gebruikt mag worden.
Wanneer een wagen, staande op de openbare weg, overlast veroorzaak^
dan moet dat, ondanks het feit dat ook dajr wel hinderlijk is, ge
accepteerd worden, want het parkeren op straat is een normale zaak.
Tegen de heer van Trijp zeggen we niet dat hij zijn bedrijf stil moet
leggen of zijn bedrijf in moet krimpen. We zeggen alleen dat hij de
vrachtwagens niet in- de achtertuin mag parkereh. Beter gezegd, wij
geven daaraan geen medewerking. Wij weigeren een zodanige medewer
king te verlenen dat een ongewenste situatie in het leven wordt
geroepen. Daar doen wij niet aan mee. Wij vinden dat het bedrijf aan
de Veldstraat zijn maximale groei heeft bereikt. Wij weigeren mede
werking te verlenen -om hem in de gelegenheid te stellen het be
drijf aldaar nog meer uit te bouwen. Als de heer van Trijp komt met
alternatieve oplossingen, zal dat met de meeste zorgvuldigheid be
zien worden. In een eerder geval hebben wij met onze stedebouw-
kundige en een ambtenaar van de provinciale planologische dienst
in de gemeente nagegaan of een geschikte en aanvaardbare plaats
aanwezig is. Als de heer van Trijp een gelijke richting uit wil, dan
zijn wij bereid om te bezien of er mogelijkheden zijn. Dat mag u ge
rust van ons aannemen. Die mogelijkheden zijn er wel degelijk. Immers,
andere expeditie-bedrijven hebben ook een oplossing gevonden. Moge
lijkheden zijn er, zelfs buiten het plan om. Wij zijn als college be
reid om deze op de meest efficiënte wijze aan te spannen. Ik twij
fel er niet aan dat de raad daaraan zou meedoen.
-Dat-