-10- Daar ben ik het volledig mee eens. En het zal voor iede re Zundertenaar duidelijk zijn, rekening houdende met de mogelijke economische ontreddering, waar we nu voor staan, dat de heer van Trijp zich wel dubbel zal bedenken, voor dat hij zijn hoofd stoot. Ik dank u wel. De heer Hereijgers: In de vorige vergadering hebben wij als standpunt gesteld dat wij achter de mening van het college staan. Ik dacht dat ik nog wel de volgende opmerking moet maken. Wanneer een agrariër zijn bedrijf, dat ongeveer 5 H.A. groot is, wil uitbreiden om daarop 20 koeien te weiden, dan is dat een normale en haalbare zaak. Wanneer hij echter 40 koeien op zijn bedrjjf wil hebben, dan zal hij, om deze koeien te kunnen houden, grond bij moeten kopen. Ik geloof dat een zodanige situatie zich ook voordoet bij het bedrijf van de heer van Trijp. Ik neem aan dat de heer van Trijp een ge zond bedrijf heeft, dat zeer snel is gegroeid. Maar de ruimte aan de Veldstraat is te klein. Naar mijn mening zal de heer van Trijp zelf een oplossing moeten zoeken. Ik geloof dat we het voorstel van het college terzake moeten blijven steunen. De heer Valk: We weten allemaal dat het uit een economisch oogpunt voor de heer van Trijp ondoenlijk is, wanneer de gemeente voor een stukje industrie-terrein zou moeten zorgen. Het is hem dan niet mogelijk dat te betalen. Wij staan achter het standpunt van burgemeester en wethouders, om dat de raad de voor deze aangelegenheid geldende voor schriften zelf heeft vastgesteld. We kunnen daarvan moeilijk afwijken, en ik vind dat het ten opzichte van de omwonenden ook niet juist zou zijn. Het bedrijf van de heer van Trijp vraagt overigens wel onze aandacht en medewer king. Ik zou daarvoor ook de speciale aandacht van de raad willen vragen. Wanneer de heer van Trijp in het bui tengebied - niet overal - een geschikte plaats zou vin den, dan zou de gemeente daarbij medewerking moeten ver lenen. Ik vind dat een belangrijk punt, mijnheer de voor zitter. De heer van Hassel: Ik wil me aansluiten bij hetgeen de heer Valk in laatste instantie gezegd heeft. Maar, omdat er een zodanige ge legenheid niet aanwezig is, zou ik willen voorstellen de heer van Trijp in ieder geval de uitrit toe te staan. De voorzitter: De oplossing van de heer Pellis om een groenstrook aan te leggen en een schutting - en zelfs een overkoepeling - op te richten, vind ik sympathiek. Wij ménen: echter dat dit een onvoldoende oplossing zou zijn. Een overkoepeling is helemaal bezwaarlijk, want dan ontstaat er een loods, die het licht bij de helende: .rl woningen wegneemt. Wat er nu staat, is reeds onaanvaardbaar. Een bouwvergunning voor een zodanige loods hebben wij dan ook eerder gewei gerd. Het gaat echter om de vraag of we medewerking moe ten geven aan een zaak, die naar onze smaak, zoals ook de heer Valk terecht heeft opgemerkt, in het kader van de geldende voorschriften ongewenst is. -Wij-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 255