-9- Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de voor stellen van burgemeester en wethouders, zoals deze zijn vermeld onder XII, XIII en XIV, besloten. Ad. XV. De voorzitter: Ondanks storingen aan ons machinepark zijn wij erin geslaagd om u van avond nog de ontwerp-begrotingen 1974 aan te bieden. Wij hopen deze begrotingen in januari 1974 niet u te mogen behandelen, voorafgegaan door de traditionele bespreking. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het onder IX vermelde voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Beantwoording vragen en mededelingen. De heer Huybregts: Met het onder I, A, vermelde antwoord ben ik het volledig eens. We zouden ook niets anders verwacht hebben. Met betrekking tot het ant woord onder I, B, merk ik op dat het volledigweghalen van de beplan ting de verkeersveiligheid ter plaatse ernstig zal benadelen. Daarom stem ik met de voorgestelde maatregel in. De heer Hereijgers: Met het plaatsen van een lichtmast bij de uitmonding van de Bakke- brugstraat en Aardgangstraat stem ik volledig in. De voorzitter: In een telefonisch gesprek met de heer van Trijp liet deze duidelijk blijken niets te voelen voor een verplaatsing van zijn bedrijf. De mo gelijkheden hiertoe ontbraken hem. Dat is natuurlijk vrij duidelijk. Wie uwer mag ik hierover het woord geven? De heer Pellis: Het spijt me zeer dat er geen onderling overleg is geweest en dat er geen oplossing is gevonden. Ik zou willen voorstellen de heer van Trijp te helpen onder bepaalde voorwaarden. Zoals ik vorige keer al gezegd heb, zouden deze voorwaarden moeten inhouden het aanbrengen van een groenstrook en het eventueel plaatsen van een schutting of een overkoepeling, waardoor het geluid aan de achterkant zeker tot een minimum beperkt zal blijven. Men zal alzo bovendien geen last heb ben van uitlaatgassen. Deze kunnen dan slechts ontwijken in de rich ting van de Veldstraat. Laat ons de heer van Trijp helpen. We hebben in Zundert van die expeditie-bedrijven een geweldige bron van inkom sten. Ik vind dat we daar terdege rekening mee moeten houden. Wij kunnen ons niet zonder meer onttrekken aan deze zaak. We zullen moe ten proberen daarmee een beetje te leren leven. Dat vas mijn voorstel mijnheer de voorzitter. De heer Huybregts: Het lag geenszins in onze bedoeling om nog veel over het geval van Trijp in het midden te brengen. Ik meen dat de raad ons standpunt overduidelijk bekend is. Ik kan u zeggen dat wij ons volledig kunnen aansluiten bij het standpunt van de heer van Trijp, waarbij hij stelt dat hij uit een bedrijfseconomisch oogpunt geen heil ziet in een ver plaatsing van zijn bedrijf. -Daar-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 254