-18- Ik meen te mogen zeggen dat de betrokkenen hiertoe wel be reid zullen zijn. Ik zou een en ander graag onderzocht wil len zien. De voorzitter: Deze riolering was niet in het rioolstelsel opgenomen, om dat dit technisch gezien niet mogelijk was. De heer Valk: Dat bestrijd ik ten zeerste, maar dat is een technische kwes tie, die ik hier niet kan uitvechten. In ieder geval is de door U genoemde reden niet waar. Het was wel zeer goed moge lijk. De voorzitter: Volgens mijn inlichtingen is het niet zo. De heer Valk: Dan bent U verkeerd ingelicht. De voorzitter: Volgens mijn inlichtingen kan de riolering alleen worden aangesloten op het rioolstelsel, wanneer er een pompgemaal- tje gebouwd wordt. De heer Valk: Dat bestrijd ik. De voorzitter: Wilt u dat nader verklaren Dan kunnen we misschien de vra gen, die daarbij rijzen, onmiddellijk beantwoorden. Er zijn twee zaken. Op de allereerste plaats het feit dat de aanleg indertijd had kunnen plaatsvinden. Vervolgens de situatie dat de aansluiting niet kan plaatsvinden zonder dat daar tussen een pompgemaaltje wordt gebouwd. Dat staat vast. De heer Valk: Ik weet nog niet of dat wel zo is. De voorzitter: Laten we dan maar aannemen dat het wel zo is. De heer Valk: Akkoord De voorzitter: De plaatsing van het pompgemaaltje maakt de kosten zo hoog. De situatie bij de woning van de heer Kessel des tijds was geheel anders. In de betreffende sloot kon wel een riolering aangelegd worden, die aangesloten kon wor den op het rioolstelsel. We moeten voorts een onderscheid maken in de rioleringen, t.w. het diep-riool, waarop de huizen worden aangesloten, en de riolering ten behoeve van de afvoer van hemelwater. Nu kan men wel een trottoir aan leggen met een afvoer voor het hemelwater, maar dat bete kent geen oplossing. Het water wordt dan en masse op een andere plaats afgevoerd. -Dat-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 235