- 15 -
geven.Dan zal de raad opnieuw moeten oordelen en dan zullen
wij opnieuw onze mening moeten geven. Dat is onze verantwoor
delijkheid. Wij menen dat aan de heer Van Trijp om de u bekend
zijnde redenen geen vergunning verleend kan worden tot het aan
leggen van de uitweg.
Wij zien ook niet dat hij met zijn buren tot een oplossing
komt. Wij stellen de heer Van Trijp in de gelegenheid om met
ons te bespreken de verplaatsing van zijn bedrijf naar een
ander terrein. Wanneer het voorstel wordt aangehouden, dan
kunt u daarop in een later stadium terugkomen. Ik geloof niet
dat we de aanhouding aan een bepaalde termijn moeten binden.
Bent u het daarmee eens?
De heer Huijbregtss
Als ik u goed begrijp, wilt u deze zaak aanhouden.
De voorzitter:
J a
De heer Huijbregts:
Wilt u een gesprek op gang brengen?
De voorzitter:
Nee. Ik wacht op de heer Van Trijp. Dat is vanzelfsprekend.
De heer Huijbregts:
Dan komen we geen stap verder.
De heer Pellis:
Er is toch niets verloren. We komen nog meer bij elkaar.
De voorzitter:
Wij zullen de heer Van Trijp graag ontvangen. We zullen hem
wel te kennen geven dat hij welkom is. We gaan niet zitten
wachten tot dat hij er iets van gehoord heeft. Hij zal dat
trouwens toch wel. Maar wij gaan geen gesprek op gang brengen
tussen hem en zijn buren.
De heer Pellis:
Er is niets verloren als deze zaak een keer wordt uitgesteld.
De heer Huijbregts:
Dat is een verloren zaak.
De heer Pellis:
Maakt u dat eens duidelijk.
De heer Huijbregts:
Ik zie dat wel zitten. Ik snap niet dat u dat niet snapt.
De voorzitter:
Er is een voorstel om deze kwestie op de bekende wijze -u kan
dat in de notulen nazien- aan te houden.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig dit
voorstel besloten, waarna eveneens zonder hoofdelijke stemming
overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders,
zoals deze zijn vermeld onder XII en XIII, besloten wordt.
- 5 -