- 8 -
De voorzitter:
Dat kan misschien wel zo zijn, maar betrokkene had ook
niet meer grond in eigendom.
De heer Van Hassel:
Is er, gezien de belangrijkheid van het bedrijf, geen
noodoplossing te treffen, door de uitweg toe te staan,
voor de tijd dat noch betrokkene, noch de gemeente een
andere oplossing kan verkrijgen?
De voorzitter:
Ik zie niet dat de gemeente hem iets moet aanbieden. Hij
is een ondernemer, die voor eigen rekening en risico
werkt. Wij will^n.;hem graag medewerking geven, als hij
een ander pand of terrein zoekt. We zullen ïgeen «naatregelen
treffen om het huidige in- en uitrijden te j eletten, maar,
wanneer wij hem een vergunning voor dit p^d verlenen,
impliceert dat dat het parkeren op het achtererf goedge
keurd wordt.
Als hij het in feite doet, dan kunnen wij hem dat moei
lijk verbieden. Maar we kunnen hem daarbij geen mede
werking verlenen. De wagens moeten dan maar in de Veld
straat geparkeerd worden.
De heer Pellis:
Is dat wel een gelukkige situatie?
De voorzitter:
Zeer zeker niet. In ieder geval staan de wagens dan op
de openbare weg. Een vrachtwagen kan nu eenmaal beter op
straat staan dan in een achtertuintje.
De heer Pellis:
Ik ben ervan overtuigd dat er, wanneer er onderling over
leg gepleegd wordt, een oplossing gevonden kan worden.
Beide partijen zullen dan wel aan eikaars verlangens te
gemoet moeten komen. Een draaglijke oplossing kan naar
mijn oordeel beslist gevonden worden. Nu is het een on
houdbare toestand ook in de Veldstraat.
De voorzitter:
Wij menen dat we die richting niet moeten uitgaan.
De heer Pellis:
Ik geloof daar in.
De voorzitter:
Daarmee lost men het probleem niet op. Over een jaar
kan zich weer iets voordoen. Als de zaak goed gaat,
dan volgen er weer uitbreidingen. Het gaat hier om een
structureel probleem. Het nemen en geven lossen we dato
niet op. Als hij zoekt naar een oplossing om daarin ver
andering te brengen, dan willen wij hem d»»rbij gaarne
helpen.-.-
- De -