- 4 - De voorzitter: Allereerst wil ik nog een aan het begin van de vergadering gemaakt verzuim goedmaken. Ik had de heer Van Bedaf voor zijn afwezigheid moeten ver ontschuldigen. Hij is vandaag jarig en daarmee feliciteren wij hem van harte. Voorts moet ik u mededelen dat de heer Koeken is opgenomen in het ziekenhuis. Wij wensen hem een spoedig herstel toe en hopen dat hij in goede gezondheid de volgende vergadering weer kan bijwonen. Wat de zaak betreft van de heer Van Trijp, herhaal ik, voor zover mijn eerdere toelichting niet goed is overgekomen, dat de oprit slechts een bijkomstigheid is. Naar de mening van het kollege betekent het verlenen van een vergunning tot het maken van een in- en uitrit het medewerking geven aan een ongewenste toestand. Wij weten heel goed dat het parkeren in de Veldstraat ook niet aantrekkelijk is. Er is tegen parkeerexcessen niet opgetreden en het ligt niet in het voornemen daartegen in de naaste toekomst op te treden. Veel bezwaar tegen het aanhouden van dit punt hebben we niet, daar de heer Van Trijp niet het recht heeft deze op rit te hebben en thans ook niet zal verkrijgen. Anderzijds zien we ook niet welke resultaten een gesprek zou opleveren. Gezien de situatie ter plaatse zou een groen strook en een schutting vanwege de geringe diepte van zo'n groenstrook weinig dan wel geen uitkomst bieden. Dat is slechts een klein lapmiddel. Wil een groenstrook effect sorteren, dan moet deze toch wel 10 15 m. breed zijn. Dan nog is het de vraag of het geluid van de draaiende dieselmotoren daardoor in enigerlei mate zou worden ge dempt. Bovendien blijft er van het hele parkeerterrein van de heer Van Trijp niets over. U haalde ook het punt van de werkgelegenheid aan. Ja, dat de werkgelegenheid hierbij in het geding is, is ook ons bekend. Wij menen echter niet dat tengevolge van ons besluit het wagenbestand van het bedrijf verminderd zal worden. Ik zou zelfs willen stellen dat we geen maatregelen kunnen treffen, wanneer de heer Van Trijp de be staand», ^inr it zodanig wijzigt dat hierdoor het achterliggende parkeerterrein bereikt kan worden. Het gaat ons er om dat we geen medewerking moeten verlenen, geen positieve daad moeten verrichten om het bedrijf verder te laten uitbreiden. Het bedrijf mag naar onze overtuiging niet groter worden dan het nu is. Elke uitbreiding zal de woomomgeving in niet geringe mate schaden. Het niet verlenen van de gevraagde in- en uitrit-vergunning is een middel geweest om een halt toe te roepen aan de verdere ontwikkeling van het bedrijf aan de Veldstraat. Destijds heb ik de heer Van Trijp eens in overweging gegeven om uit te zien naar een ander terrein, om daarop zijn bedrijf te exploiteren. Dat is gebeurd toen de heer Van Trijp vergunning aanvroeg voor de bestaande garage. De heer Van Trijp kon hieraan geen ge volg geven omdat hij meende in dat stadium een verplaatsing niet te kunnen financieren. Er zijn in Zundert transportbe drijven die oplossingen gezocht hebben voor het probleem van het parkeren. Ik dacht dat het mogelijk moet zijn om buiten het gebied waarin het bedrijf van de heer Van Trijp is gevestigd, een oplossing te vinden. In principe zou hij - dat -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 221