- 9 - standpunten van beide partijen te verhelderen. Wij staan op het standpunt dat mensen, die ons oprecht uit lijfsbehoud met dit soort zaken^' benaderen, en die uit een oogpunt van een be staanszekerheid gedwongen zijn andere wegen te bewandelen bij ons gehoor moeten vinden. Nooit of te nimmer zullen wij er aan medewerken om hard werkende en vooruitstrevende mensen te onthouden wat :.zij broodnodig hebben voor hun gezin en zaken. Wij weten dat er een bezwaarschrift is binnen gekomen. De in diener van dit bezwaarschrift brengt naar voren er bang voor te zijn dat de verwachte rustverstoring een nadelige werking zal hebben op de ziekte van een der gezinsleden. Ik heb hier alle begrip voor. Maar als men afgaat op de voornemens van de heer Schouwenaars dat er absoluut geen beat-groepen zullen optreden in het betreffende zaaltje en dat zodanige materiaè'hn gebruikt zullen worden dat de gevreesde geluiden tot een minimum zullen worden beperkt, waardoor de hinder de thans aanwezige hinder niet te boven zal gaan, dan zijn er voor mij alle redenen aanwezig om het kollege te bewegen over te gaan tot een mondeling overleg met de reclamanten. Ik heb gezegd. De voorzitter: Wat bedoelt u met overleg met de reclamanten? De heer Huijbregt: Met de indiener van het bezwaarschrift en de heer Schouwenaars. Er komen dan misschien nieuwe gezichtspunten naar voren. De voorzitter: U bedoelt een zodanig overleg te plegen dat het bezwaarschrift door de indiener wordt ingetrokken? De heer Huijbregts: Helemaal niet. Misschien kan een overleg tussen het kollege en de betrokkenen zeer verhelderend werken. De voorzitter: De heer Schouwenaars is een aantal jaren geleden inderdaad aan de Wernhoutseweg begonnen met een bar-cafétaria, echter wetende -en dat is een belangrijk gegeven in deze zaak- hoe de situatie aldaar gesteld was. Ik kan me voorstellen dat de heer Schouwenaars door het wegvallen van het doorgaande verkeer in derdaad een terugslag heeft gehad. Dat behoeft niet gestaafd te worden. Het is in Zundert voldoende bekend dat sommige horeca bedrijven <#S?p{£eVTdlge van deze omstandigheden moeilijkheden hebben gehad en deze nog ervaren. Toen de heer Schouwenaars zijn voor nemen kenbaar maakte om bij zijn zaak een zaaltje te bouwen, heb ben wij de stedebouwkundige verzocht daarover ons kollege te ad viseren. Indien wij niet in ^"fincipe welwillend over dit plan hadden geoordeeld, dan was de stedebouwkundige hierin niet ge hoord. Bij een verzoek om een anticipatie-verklaring behoort een zodanig advies meegezonden te worden aan Gedeputeerde Staten. De stedebouwkundige adviseerde afwijzend, niet in het minst we gens de door u genoemde parkeerproblemen. In ruimer verband zag hij wel moeilijkheden aanwezig om aldaar het bedrijf uit te brei den. Wij hebben -en de heer Arnouts zal dat bekend zijn- vanuit onze normale opvatting omtrent parkeerproblemen inderdaad gezegd dat de situatie aldaar wel zal meevallen. Wij zullen daaraan niet - te -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 202