Ad IX. De heer Valk: Heeft u van de andere instanties, aan wie de motie inzake "De Maatjes" is toegezonden, al een bericht ontvangen? Zal het niet zo zijn, dat u pas een bericht krijgt, wanneer het bedrijf in werking is gesteld. De voorzitter: Ik meen dat van nederlandse zijde zelfstandig een onderzoek ingesteld wordt dan wel dat dit reeds gaande is. Ik frib daar over nog geen nadere berichten ontvangen. Toegezegd is dat men mij hierover zal inlichten. De heer Valk: Dan wachten we dat met spanning af. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders zoals deze zijn vermeld onder VIII, IX,X, XI, XII, XIII, XIV en XV besloten. Ad XVI. De heer Huijbregts: Mijnheer de voorzitter, het geval Schouwenaars is een punt van bespreking geweest in onze groepering. Wij betreuren het dat het met Schouwenaars zo is verlopen en dat men zo weinig begrip kan hebben voor mensen, die door het wegvallen van het doorgaande verkeer hun inkomsten belangrijk zagen teruglopen. De man, waarover het thans gaat, werkte enige jaren geleden met zijn broers in het bedrijf van zijn vader. Door het terug lopen van de bouw deed vader Schouwenaars het bedrijf van de hand. De zoons werden toen aangewezen op ander werk. De man, waarover we nu spreken, nam de grootste risico's en kocht de meubelzaak van de familie Schijfs en vestigde hierin een bar-cafétariaDankzij de volledige inzet van de heer Schouwe naars en zijn vrouw werd hier een goedlopende zaak opgebouwd. Door het wegvallen van het doorgaande verkeer daalde de omzet. Om de lasten te kunnen opbrengen moest de heer Schouwenaars naar andere mogelijkheden uitzien. Gezien de veelvuldige vraag om ruimte voor vergaderingenbruiloften en dergelijke in de buurt, waar de zaak van de heer Schouwenaars is gevestigd, zag betrokkene een mogelijkheid om zijn zaak weer op peil te brengen en diende een aanvraag in bij de gemeente om een ver gunning voor de bouw van een zaaltje. Hij had zijn zinnen ge zet op dit zaaltje en was er nagenoeg zeker van dat de gemeente hem welwillend tegemoet zou treden. De gemeente deed dit en, naar ik uit goede bron heb vernomen,zou de gemeente nog wel willend tegenover de bouw van dit zaaltje staan, ware het niet dat er een voor het kollege gegrond bezwaarschrift tegen dit bouwplan is ingekomen. Burgemeester en wethouders achten het bezwaar dusdanig gegrond dat zij de heer Schouwenaars alle mede werking moeten onthouden. In deze is ook nog het advies gevraagd van de stedebouwkundigedie wijst op het parkeerprobleem ter plaatse. Ik dacht uit recente opmerkingen van u, mijnheer de voorzitter, te hebben mogen opmaken dat het met de parkeerpro blemen in Zundert heus wel meevalt. Dus dat is geen punt in deze zaak. Mijnheer de voorzitter, ik zou het zeer op prijs stellen -en dit is ook wat onze politieke groepering voorstaat- dat het kollege met reclamanten mondeling overleg gaat plegen om de - standpunten - J

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 201