De voorzitter: Wij geven u die inlichtingen heel graag. Het volgende is gepasseerd. In deze gemeente, die is aange sloten bij het Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren, was de volgende regeling gebruikelijk. De ambtenaar, die nota's had ontvangen ter zake van ziektekos ten, gaf deze nota's af op de afdeling financiën ter sekretarie, welke afdeling de kosten declareerde bij eerder genoemd Insti tuut. De gemeente voldeed na ontvangst van de uitkeringen door het instituut de betreffende nota's aan artsen, ziekenhuizen, tandartsen etc. Het I.Z.A. vergoedt niet in alle gevallen de kosten voor 100$. De vergoedingen variëren van 80 tot 100$ van de gedeclareerde kosten. Het is duidelijk dat een deel der kosten voor rekening blijft van de betrokken ambtenaar. Voor de betaling van dit deel der kosten werd maandelijks op het salaris van de ambte naar een bedrag van 1$ van het salaris ingehouden. Aan het einde van het jaar vond een verrekening plaats van de werkelijke kosten met de ontvangen uitkering van het "I.Z.A. en het ingehouden spaarbedrag van 1$. Wanneer de ten laste van de ambtenaar blijvende kosten meer dan 1$ van zijn ambtelijk inko men bedroegen, werd op zijn verzoek door de gemeente een supple tie verstrekt in dez;e meerdere kosten. Deze gang van zaken bracht, naar u zich kunt voorstellen, nog al wat administratie-werk met zich mee. De nota's moesten wor den betaald. Bijgehouden moest worden, wanneer iemand in aan merking kwam voor de suppletie-regeling, terwijl er aan het einde van het jaar nog een afrekening moest worden gemaakt. Deze regeling is ontstaan in een tijd dat het I.Z.A. nog niet snel de ziektekostèn-regeling afwikkelde. Bovendien, is de re geling ontstaan in een tijd, waarin men veelal nog niet beschik te over een eigen bank- of girorekening. Op een zeker moment werden wij met deze kwestie gekonfronteerd Wij vonden dat deze vorm van administratie een beetje uit de tijd geraakt was. Overigens was deze vorm van administratie, voorzover mij bekend was, alleen gebruikelijk in Zundert. Wij vonden dat de administratie, die aan deze regeling verbon den was, een nogal zware belasting vormde voor de afdeling fi nanciën. Uiteindelijk heeft deze afdeling ook gezegd dat deze administratie nogal veel werk met zich meebracht. Wij schatten dat deze administratie voor de ambtenaar, die daarmede belast was, een werktijd vergde van gemiddeld twee a drie weken per jaar. Naar onze mening kan het «.©erendeel der ambtenaren zonder -enig bezwaar zijn zaken zelf afwerken. Wat ze dan moeten doen? Ze moeten in de gaten houden -en daarvoor krijgen ze van ons een opgave- wat het bedrag is van 1$ van hun ambtelijk inkomen over enig tijdvak van 12 maanden en of de ziektekosten meer bedragen dan dit bedrag. Een andere zaak waar ze op moeten letten, is dat de nota's wor den ingediend bij de afdeling financiën. Deze afdeling stuurt de nota's door naar het I.Z.A. Op een zeker ogenblik ontvangen de mensen op hun eigen rekening de uitkering door het I.Z.A. De afdeling financiën retourneert de gedeclareerde nota's aan de betrokkenen en verstrekt daarbij eer. zicht van de uit keringsbedragen door.het I.Z.A. De betrokkenen moeten dan zelf de nota's voldoen. Zj.j moeten dus bijpassen wat voor hun reke ning blijft. Om de eventuele financieringsproblemen op te van gen, is elk personeelslid een werkvoorschot gegeven. Hierdoor wordt voorkomen dat men plotseling voor grote kosten komt te staan. Voorts is uitdrukkelijk gesteld dat, wanneer iemand grote ziektekosten heeft en in aanmerking komt voor de 1$-regeling, onmiddellijk aan hem een voorschot zal worden verleend. Men be- - hoeft - I

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 196