- 28 - die omgeving ernstige schade zal worden toegebracht; is van oordeel, dat met de waterwinning geen aanvang mag worden gemaakt voordat vaststaat dat door deze werken geen schade wordt toegebracht; bepaalt, dat deze motie ter kennis zal worden gebracht van: 1- Zijne Excellentie de Minister van Economische Zaken van België te Brussel; 2- Zijne Excellentie de Minister van Landbouw van België te Brussel; 3- De Waterwinningsmaatschappij P.I.D.P.A. Desguïnlei 246 Antwerpen; 4- De raad der gemeente Wuustwezel; 5- Zijne Excellentie de Minister van Landbouw en Visserij te s-Gravenhage1e van den Boschstraat 4» 6- Zijne Excellentie de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk te Rijswijk (Z.H.) Steenvoorde- laan 370 gaat over tot de orde van de dag." De voorzitter: De heer Mertens en ik sluiten ons gaarne aan bij het mede lid van ons kollege, de heer Laseroms, en de overige onder tekenaars van deze motie. Naar onze mening moet terzake met de uiterste omzichtigheid worden gehandeld. Tot een beter begrip van de situatie kan ik u meedelen dat ik met het Hoofd van de Dienst Landinrichting in Noord-Brabant, de heer Lambrecht, over deze zaak nog kontakt heb gehad. Het natuur reservaat "De Maatjes" is eigendom van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Het beheer van dit natuurgebied wordt ten behoeve van dit Ministerie uitgevoerd door het Staatsbosbeheer, welke in stantie valt onder de Dienst Landinrichting. Bij de afde ling Natuurbehoud van deze dienst is men doende om een zelfstandig onderzoek voor te bereiden naar de mogelijke gevolgen van het onttrekken van water aan de bodem, in de omgeving van "De Maatjes". Dit onderzoek zal worden uitgevoerd door hychologen en andere deskundigen. Het staat vast dat dit onderzoek zal worden uitgevoerd. Men kan hiervan zonder meer overtuigdzijn, daar dit be langrijke gebied in handen is van de rijksoverheid, en wordt beheerd door een instelling als het Staatsbosbeheer. We mogen vertrouwen op de deskundigen, die zich met deze zaak bezighouden. Desniettemin geloof ik dat de indieners van de motie ge lijk hebben als ze zeggen dat we een waarschuwend woord moeten laten horen en dat we bepaald ongerust zijn. - U -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 189