- 4 - Als je ergens mooi zit te wonen en er komt iemand, die ge bruikt maakt van het recht om in het agrarisch gebied een stal, een veehouderij of iets dergelijks te bouwen, dan heeft men pech. In onze gemeente kan men dit soort situaties verwachten. Dat laat het bestemmingsplan toe, tenzij uw raad zou willen besluiten om voor gebieden, die landschappelijk gevoelig zijn, een verbod te creëren tot het oprichten van dit soort bedrijven. Dit kunt u doen. Indien u zich zou uitspreken voor een zodanige be- stemmingswijziging, dan zijn wij gaarne bereid voor u in die richting besluiten voor te bereiden. Maar, zoals de zaken er nu voorstaan, kan iedereen overal mesterijen vestigen. Menen andere heren over dit algèmene punt iets te moeten zeggen? De heer Pellis: De heer Huijbregts had beter kunnen vragen, zoals ik in dertijd gevraagd heb, de bestemmingsplannen eens onder de loupe te nemen. Nu komt er toch weer een punt naar voren, waarbij de heer Huijbregts het paard achter de wagen spant. Hij had beter kunnen vragen de bestemmingsplannen eens te veranderen. De voorzitter: Wat u zegt, klinkt heel plausibel».U hebt altijd gespro ken over het onder de loupe nemen van de bestemmingsplan nen in die zin dat u een grotere vrijheid wilde zien. De heer Pellis: U vergist zich. De voorzitter: Neen. Ik heb altijd begrepen dat u in de bestemmingsplan nen een grotere vrijheid wilde zien. En nu wilt u een beperking daarin opgenomen zien. Als de raad dat ver kiest zullen wij dat graag voorstellen. Maar ik wil u wel zeggen dat het kollege tot nu toe van mening is dat de raad een voorstel tot het beperken van de bouwmogelijk heden in de agrarische sector niet op prijs zou stellen. De heer Pellis: U vergist zich. De voorzitter: Vergis ik mij, als ik dat zo zeg? De heer Pellis: Dat zal wel blijken. De voorzitter: Dan zou ik toch wel eens graag willen horen hoe de raad daarover denkt. Ik stel dus dat het kollege van mening is dat de raad geen verdere belemmering wil zien in de vrijheid tot vestiging van een agrarisch bedrijf. Dat is onze mening. En als die mening niet juist is, dan zou ik dat graag horen. - De -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 165