- 19 -
De heer Verheijen:
Er is nu over de Oude Lentsebaan veel gesproken. Ik kan u
verzekeren dat daarover vroeger nog meer gesproken is. We
hebben met heel veel moeite kunnen bereiken dat de weg is
verhard in het belang van de veiligheid van de kinderen uit de
Lent. De verharding is -en ik wil dat even nadrukkelijk stellen
niet aangebracht ten behoeve van het doorgaand verkeer. We
hebben er echter niet bij stil gestaan dat hierdoor het door
gaande verkeer op deze weg zou toenemen. Ik wil voorts nog
opmerken dat ik destijds er meerdere keren op gewezen heb dat
de Oude Lentsebaan in een desolate toestand verkeerde. De oor
zaak daarvan was het zware doorgaand verkeer. Het is nimmer
de bedoeling geweest van de raad om de weg te verharden ten
behoeve van het doorgaand verkeer.
De heer Huijbregtss
Dan hadden ze de weg maar moeten afsluiten.
De heer Verheijen:
Er is in deze vergadering gesteld dat het uitzicht vanuit de
Lentsebaan uitstekend is. Inderdaad, mijnheer de voorzitter,
maar daar lag destijds ook niet het knelpunt. Er bestonden
moeilijkheden omtrent het inrijden van de Lentsebaan door het
verkeer, dat uit Wernhout kwam. Ik heb behoefte om een en an
der recht te zetten. Overigens ben ik niet gelukkig met dit
voorstel.
De heer Pellis:
Ik zou willen voorstellen door middel van een stemmingsuit
slag de Rijkswaterstaat ervan in kennis te stellen dat de
afsluiting van de Oude Lentsebaan op de door het kollege voor
gestelde wijze door de raad van de gemeente Zundert als zeer
bezwaarlijk wordt geacht.
De voorzitter:
Dat is toch wel een moeilijk voorstel. We kunnen Rijkswater
staat een verslag toezenden van hetgeen over deze zaak bespro
ken is. Ik dacht dat de uitslag van een stemming weinig illus
tratief is. Het is duidelijk dat iedereen het er wel over eens
is dat die paal er dan maar moet komen, ofschoon, naar ik be
grijp, enigen van u menen dat ons kollege zich alsnog moet
inspannen om de afsluiting op een andere wijze te regelen. Ik
wil u thans vragen wie stemming wenst over het voorstel,
zoals het door het kollege aan u is voorgelegd en met dien
verstande dat daaraan wordt toegevoegd de toezegging dat met
de Rijkswaterstaat besproken zal worden of een wijziging van de
plaatsaanduiding der paal mogelijk is.
De heer Pellis:
Ik ben tegen het voorstel.
De voorzitter:
Wil iemand stemming over het voorstel, zoals ik dat zojuist
geformuleerd heb?
De heer Pellis:
Komt dit probleem naderhand opnieuw in de raad?
- De -