die een stukje grond koopt om daarop een caravan te plaat
sen, zal in de meeste gevallen om reden van verstoring van
het landschapsschoon geen vergunning krijgen. Daarnaast
speelt het probleem van een caravan bij een boerderij. Ook
in deze gevallen, welke uiteraard anders zijn dan het hier
voor besprokenezullen de belangen van het landschapsschoon
een belangrijke rol spelen. Bij vorige gelegenheden hebt u
gesteld dat deze landschapsoverwegingen zeer belangrijk zijn.
We menen dat ons standpunt aansluit op dat van de raad.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het onder III vermelde voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
De heer Van Hassels
Is het feit dat deze gemeente voor het jaar 1974 geen rijks-
steun is toegezegd voor de bouw van woningwetwoningen geen
reden te meer om een deel te verkrijgen van het aan de pro
vincie Noord-Brabant voor het jaar 1973 toegewezen extra
contingent van 6.000 woningwetwoningen?
De voorzitters
Het is ook een reden te meer om te bezien, waar de woningen
gebouwd zouden moeten worden, want een oplossing van het pro
bleem betreffende de bouwmogelijkheden in Zundert is, zoals
u weet, ook nog niet aanwezig. De heer Mertens, die zich
mede bezig houdt met aankopen, wordt regelmatig ge-
konfronteerd metovervragingen voor bouwgrond. Daar we boven
dien nog niet besóhikken over een goedgekeurd bestemmingsplan,
is het een vraagstuk op welke plaatsen woningen gebouwd kun
nen worden.
De heer Verheijens
Is er over het algemeen nog al animo voor het huren van de
nieuwe woningwetwoningen?
De voorzitter:
Zeker wel. Wellicht kan de heer Laseroms beter uw vraag
beantwoorden.
De heer Laseroms:
In het algemeen kunnen de woningwetwoningen in het Berkplan
vlot verhuurd worden, dit ondanks het feit dat sommige woning
zoekenden stellen dat zij nog een goede huisvesting hebben
en derhalve voorlopig nog geen behoefte hebben aan een nieuwe
woning. We ervaren anderzijds ook dat gezinnen, die een vrij
laag inkomen hebben, de aangeboden nieuwe woning toch accep
teren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig
de voorstellen van burgemeester en wethouders, zoals deze zijn
vermeld onder IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XI en XII, beslo
ten.
De heer Valk:
Mijnheer de voorzitter, kunt u ons nog een nadere toelichting
- verstrekken -