- 11 - Beschikbaar stel- 13- Voorstel van burgemeester en wethouders tot het beschikbaar len van krediet stellen van een krediet voor het aanbrengen van een c.v. voor aanleg van in zes bestaande woningwetwoningen, een c.v. in 6 be staande w.w.-woningen De voorzitter s Wij hebben U voorgesteld de fa. Harrewijn te Giessenburg de aanleg van een c.v.-installatie in zes bestaande woning wetwoningen te laten verzorgen, daar deze firma de meest aantrekkelijke installatie heeft aangeboden. De inschrijving van deze firma was echter niet de laagste. Dezer dagen zijn wij van verschillende zijden benaderd over deze zaak. Ons kollege wil het voorliggende voorstel wijzigen in die zin dat wij het werk willen gunnen aan die installateur, die de laagste prijs vraagt voor een installatie, waarvan de ca paciteit aanvaardbaar is. We zullen een en ander opnieuw laten uitrekenen en het werk dan gunnen overeenkomstig de wijze, zoals ik zoëven gezegd heb. De heer Pellis s Hadden degenen, die ingeschreven hebben, niet allemaal vol daan aan de bepalingen van het bestek? Was er dus een in stallatie met voldoende capaciteit aangeboden of was door de hoogste inschrijver een installatie aangeboden met een over-capaciteit? Als er sprake is van een over-capaciteit dan behoeven de anderen zich niet aan te passen. Mijn vraag is duss hadden de aangeboden installaties allemaal een voldoende capaciteit? De heer Valk De aanbestedingsgeschiedenis komt me zeer naar voor. Op de eerste plaats wordt dit verschil geboren, doordat het be stek niet volledig is. Dit houdt verband met het feit dat men op een gegeven moment met een x aantal m2-verwarmings- oppervlakte (v.o.) de vereiste temperatuur kan bereiken en dat men deze temperatuur ook kan bereiken, wanneer het v.o. x plus 10 bedraagt. Dit houdt in dat men verschillende offertes kan verkrijgen ten aanzien van het verwarmd opper vlakte. Wanneer het bestek had vermeld dat de vereiste temperaturen bereikt moesten worden bij een bepaalde water temperatuur dan had men dit verschil niet gekregen. Dan waren er ook geen moeilijkheden gerezen. We hebben nu een laagste inschrijver, een laagste inschrijver op één na en een derde inschrijver. In de stukken van de gemeente was op een gegeven moment te lezen dat de derde laagste in schrijver, de fa. Harrewijn, een bepaalde prijs had van 3.150,—De laagste inschrijver had een prijs bedongen van 2.950,per woning. Er is een verschil van ƒ.200, doch de laagste inschrijver biedt een wat minder verwarmd oppervlak van radiatoren. Ik kan niet beoordelen -als ik wil zou ik het ook nog wel kunnen uitrekenen, maar ik heb er al tijd genoeg aan besteed- of dat aantal m2 voldoende is om aan het vereiste van het bestek te voldoen. Ik kan hierop geen ja of nee zeggen. Maar degene, die van gemeente wege dit plan voorbereidde, vond bij de constatering van het verschil van 200,tussen de laagste inschrijving, t.w.van de fa.de Bruijn,en de inschrijving van de fa.Harrewyn een motief om op grond van voor mij onduidelijke redenen de prijs van de laagste inschrijver op te trekken met het verschil in vierkante meters, die zij offreerden. - Dat -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1973 | | pagina 105