- 9 - Wanneer er werkelijk betaald zal moeten worden dan zal iedereen zijn steentje moeten bijdragen. Er moeten geen uitzonderingen worden gemaakt. De invordering van deze bedragen moet evenmin achterwege blijven. Ik hoop dat deze onverkwikkelijke zaak spoedig in het reine zal worden gebracht. De heer Pellis: Ik wil -evenals de heer Huijbregts- beginnen met het bouwen in het buitengebied. Daar heerst op het ogenblik een geweldige onrechtvaardigheid betreffende het mogen bouwen. Ik mag misschien een enkel voorbeeld ter verduide lijking geven. Als er een gezin is met 4 zonen, kan de oudste zoon op het gemechaniseerde bedrijf werken. De 3 anderen worden tijdelijk afgestoten. Zij zijn allemaal tuinder, zij hebben allen een land- of tuinbouwschool door lopen, hebben praktische ervaring en willen ook allemaal hetzelfde. De oudste zoon vraagt een vergunning aan voor de bouw van een woning. Er wordt hem door de betreffende ambtenaar gevraagd waar hij werkt. Hij antwoordt dan: op het bedrijf van mijn vader. Hij beschikt over voldoende grond en mag ter plaatse gaan bouwen. Zij plan is evenwel -dat blijkt niet uit de bouwaanvrageterwijl betrokkene dit evenmin tegen de betreffende ambtenaar zegt- om een tuin derij te stichten en daarop de woning te bouwen. Nadat de woning is opgericht gaat hij pendelen tot zegen van zijn gezin. Nu komt de tweede zoon met een bouwaanvrage. Hij treft het echter ongelukkig want hij is tijdelijk niet agrariër. Hij wil evenwel precies hetzelfde als zijn oud ste broer. Ook hem wordt gevraagd waar hij werkt. Ten ge meentehuize wordt na het gegeven antwoord terstond gekon- kludeerd dat die tweede zoon geen tuinder is. Hij krijgt derhalve geen bouwvergunning. Dat is een grove onrecht vaardigheid. Ik wil er daarom ook voor pleiten dat ge tracht wordt de bestemmingsbepalingen zoveel mogelijk te wijzigen opdat dergelijke onrechtvaardigheden tot het ver leden gaan behoren. Er zitten voor de gemeente nog voor delen aan omdat betrokkenen alsdan geen woningwetwoning behoeven. Volgens mij is deze aangelegenheid een probleem van de eerste orde. Vervolgens, mijnheer de voorzitter, het sportveld te Acht maal. Ik heb met u in het kollege van burgemeester en wet houders hieraan jarenlang gewerkt. Ik weet hoe moeilijk het is om dit te realiseren. Wij hebben jarenlang geprobeerd de grond langs minnelijke weg in eigendom te verkrijgen. We zijn tot de konklusie gekomen dat dit niet haalbaar is. Ik heb, mijnheer de voorzitter, voor de raad een dringend verzoek: help Achtmaal aan een sportveld.' Dat kan mijns inziens alleen door middel van het leggen van een zodanige bestemming op de daarvoor in aanmerking komende gronden. Het langs minnelijke weg bereiken van het gestelde doel is -de praktijk heeft dit aangetoond- niet haalbaar. Er wonen nog altijd tal van mensen aan een onverharde weg. Ook zij hunkeren naar een verharde weg. Ik hoop dat met het smeden van plannen ook rekening wordt gehouden met deze onverharde wegen en dat deze een plaats krijgen op de ur gentielij st. Het parkeren van motorvoertuigen vormt een probleem zowel in Zundert, Wernhout als in Achtmaal. Des- - tijds -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 9