- 37 -
kunnen er nu ook komen.
De voorzitter:
Ja, maar die komen nu niet. Die grote bedrijven hebben de laatste
jaren uitvoerig hun voelhorens uitgestoken. Zij zijn steeds weg
gebleven. Maar als u zou zeggen dat Zundert een forse uitbreiding
ondergaat en daardoor als een komeet omhoog schiet, wat betreft in
wonertal, dan komen zij weli
De heer Arnouts:
Dan gaan de bestaande bedrijven ook vooruit.
De voorzitter:
Neen, mijnheer Arnouts, zo simpel is het niet.'
Een bedrijf komt naar hier uitsluitend bp grond van groeicijfers.
Men vraagt, mijnheer Arnouts, in deze hele kwestie om prognoses.
En wat verwacht u aan uitbreiding en hoeveel inwoners verwacht u te
hebben tegen die tijd, dat wordt nagevraagd en nagetrokken, ook bij
degenen die daarover inlichtingen kunnen geven, zoals bv. het E.T.I..
En dan merk je steeds dat de prognoses voor Zundert niet van dien
aard zijn, dat de filiaalbedrijven hierop af komen. Zijn de prognoses
anders dan komen zij wel en dan kan het hun geen cent schelen of de
plaatselijke middenstand er is of niet. Dan doe je de middenstand
meer narigheid aan dan je nu hebt. U moet niet denken dat, door het
inwerkingstellen van een versnelde woningbouw, u daarmede de plaat
selijke middenstand ten dienste bent. De plaatselijke middenstand is
er veel meer bij gebaat dat de situatie zich uitkristalliseert zoals
hij dat nu doet. Wel groeien, maar niet met zulke cijfers dat er
andere vissen in het water komen. Daar kan de heer Jansen
straks misschien beter een antwoord op geven. De verzorgende beroepen
in de kerkdorpen, mijnheer Pellis, daar heb ik al antwoord opgegeven,
dacht ik. De bedoeling is dus dat het er niet om gaat dat je beslist
in Wernhout of Achtmaal geboren moet zijn, om er te mogen komen wonen,
dat is natuurlijk onzin. Je moet er op de een of andere manier iets
te maken hebben dat wordt bedoeld te zeggen. Dat is dan ook een ant
woord aan Mijnheer Huijbregts op zijn vraag: Hoe zien wij de groei
van de kerkdorpen. In aantallen bijzonder moeilijk aan te geven,
maar in zijn intentie zo dat wij er naar willen streveni Ik zei u
dus -u konstateert in onze nota dat wij over een vrijwel afgeronde
kern Wernhout praten- dat dit er wat ongelukkig staat. Dat is ver
oorzaakt door de nogal kategorische weigering om voorlopige uitbrei
ding in Wernhout te accepteren. Maar ik dacht dat wij daar toch iets
zouden moeten gaan doen en u mag er van het kollege op rekenen dat
wij zullen gaan proberen om voor Wernhout toch- zij het op de bekende
bescheiden schaal -die uitbreiding mogelijk te houden. Het is zeker
niet de bedoeling om te zeggen: Daar ligt Wernhout nou en daar wordt
niks meer gebouwd. Daar moet Wernhout beslist niet bang voor zijn,
om de simpele reden dat wij niet graag zouden zien dat een dorp
als Wernhout zou leeglopen en zou doodgaan.
Als ik met deze beantwoording in de 2e termijn mag volstaan -wij
komen hier straks nog op terug- dan zou ik willen vragen of nu de heer
Wissing, die alsmaar heeft moeten wachten en al een hele.tijd hier
is, zijn beschouwingen zou willen geven over de stedebouwkundige
vormgeving, waarover wij hier gesproken hebben.
De heer Wissingx
Ik heb me helemaal niet zitten vervelen, ik heb nou eigenlijk veel
meer te zeggen dan ik eerst heb gehad, ïwant ik moet eigenlijk nog
-beginnen -
