- 27 - die over het hoofd zijn gezien bij de beantwoording, voorzover het dan zaken betreft die ons Instituut aangaan. Ik dacht in eerste instantie dat de heer Kunst weinig moeilijkheden heeft met heel de materie en dat -hij in feite alleen maar even bang is voor de vergrauwing en veroudering van enkele kerkdorpen. Ik zou willen vaststellen dat heel de Nederlandse bevolking, veroudert, dat is nu eenmaal een gegeven. Wanneer de geboorte heel sterk daalt dan krijgt men nu eenmaal een vergrijzende tendens die allang waarneembaar is. Dat dan gedacht wordt dat in de kernen waar dit proces zich al eerder in gang heeft gezet om andere redenen dan geboortebeperking dit proces zich zal gaan versnellen is begrijpelijk maar ik zie dat toch niet zo zwaar. Wanneer ik namelijk die kern Wernhout beschouw dan dacht ik dat gelet op het inwonertal, dat die kern heeft en de feitelijkheid dat ongeveer daar 46% van de Zundertse bevol king verspreid woonachtig is, dan moet ik toch ergens met die 46% die dan ongeveer ik geloof 5000 mensen vertegenwoordigt heen. Ja die komen dan nooit aan hun trekken noch wat hun voor zieningenpatroon betreft noch wat iets anders betreft, want de genen die verspreid in Zundert wonen vormen een belangrijk gro ter aandeel dan zij die ergens in welke kern dan ook woonachtig zijn. Dus ik zie dat niet zo zwaar. In tweede instantie ben ik een beetje gesteund door de opmerking van de heer Pellis, die zegt: wij hebben een ontzettend kwantum woningzoekenden. Wan neer u dat stelt dan dacht ik dat die woningzoekenden zich voor al onder de jeugd zullen manifesteren. Dat versterkt mij dan in de gedachte dat kennelijk de Zundertse jeugd toch wel, ondanks het feit dat velen van hen naar mijn smaak elders werkzaam zijn er de voorkeur aan geven om in Zundert te wonen. Dat dat niet gebeurd is komt gewoon dat het woningaanbod sterk is achterge bleven bij de behoeften die zich hier manifesteren. Wanneer het dan zo is dat de jeugd de voorkeur er aangeeft om in Zundert te blijvsn wonen ondanks dat pendelen dan zie ik die vergrijzing niet zo zwaar. Dan dacht ik dat wanneer met name de aard van de woningen en de prijs van de woningen vooral ook het mikro-woon- milieu zodanig zijn, dat de Zundertenaar en de Zundertse jeugd zich hier prettig voelt, dat het niet zo'n vaart zal lopen en dat de vrees, dat men op grote schaal daar gaat wonen waar men werkt niet groot behoeft te zijn temeer daar de afstanden zo relatief klein zijn. Dat is dus wat de heer Kunst betreft. En daarmee zijn ook een paar vragen beantwoord over dit onderwerp voor de andere heren. De heer Valk heeft gesteld: hoe rijm je nu die cijfers van het E.T.I.? Nu, ik dacht dat dit zeer eenvoudig was mijnheer Valk. In eerste instantie is het zo dat wanneer wij stellen dat die landbouw mogelijkheden heeft, dat wij die landbouw een beetje gedifferen tieerd moeten zien nl. landbouw is een verzamelnaam voor aller lei aktiviteiten die daaronder schuil gaan. Wij stellen dat er nog een grote vertegenwoordiging op werkgelegenheidsterrein van de landbouw is. Dat neemt niet weg, dat ook ik mij realiseer, dat dat zoveel jaren terug veel meer is geweest. Die teruggang dacht ik dat voornamelijk zat, over de werkgelegenheid sprekende, in de andersoortige bedrijvigheden met name dus niet zo sterk in de boomkwekerijen en in de tuinderijen als in de andere agra rische bedrijvigheden en daarmee dacht ik, wandelt Zundert ge woon in de pas van de nationale ontwikkelingen. Ik ben met u van mening -en u kunt dat ook zien op pag. 14 van het rapport dat ten aanzien van de werkgelégenheid nog een zekere afvloei. - - ing -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 50