- 25 -
zo niet en ik geloof niet dat Wernhout op korte termijn leeg
zal lopen. Om te beginnen heb ikugezegd dat het kollege bepaald
van mening is dat de natuurlijke groei van de plaatselijke ge
meenschap moet worden opgevangen. Misschien hebben wij in de
nota ten aanzien van Wernhout een fout gemaakt in de formulering
en die zal ik u verklaren. Die is nl. hieruit voortgekomen dat
een nogal aanzienlijk bestemmingsplan in Wernhout, u bekend,
op heel korte termijn is uitgevoerd toen in Zundert geen bouw
grond aanwezig was voor de bouw van woningwetwoningen. Toen is in
Wernhout naar verhouding een zeer groot aantal woningwetwonin
gen gebouwd, dat weet u. Dat heeft betekend dat de aanwezige
capaciteit, eigenlijk voor een veel langere periode gedacht voor
Wernhout, in een versneld tempo is verbruikt.
Men heeft toen van de kant van de provincie gesteld, Wernhout
is nu zo snel volgebouwd, daar moeten wij voorlopig niets aan
doen. Dat was de mening van het provinciaal bestuur. Voor wern
hout geldt voor het overige uiteraard niet anders dan de algeme
ne mening van het kollege dat wij de kerkdorpen beslist niet
op bevriezing moeten zetten zodat voor Wernhout in principe on
getwijfeld dezelfde kansen moeten gelden als voor Klein-Zundert
en voor Achtmaal. Het gaat om die dorpen drie gelijke aanspraak
hebben. U moet wel goed begrijpen dat de bouw van woningwetwo
ningen op grote schaal omderwille van Wernhout zelf niet zo
maar zonder meer in dat kerkdorp kan worden geprojekteerd. Als
wij -en daar is wel een kans op- toch nog uitbreidingsmogelijk-
heden in Wernhout maken, dan is die beslist voor de eigen plaat
selijke bouw. Als wij daar woningbouwkontingenten zouden gaan
weggooien in de hoeveelheden die tegenwoordig moeten worden weg
gezet wil je aan een behoorlijke prijs komen, dan verval je h
dezelfde ellende die wij gehad hebben met de realisering van het
vorige plan nl. dat je in een keer de hele kapaciteit opsoupeert.
Dan kom je dus weer in die situatie terecht dan men bij de pro
vincie zegt neen, nu is het afgelopen, nou willen wij daar geen
verdere uitbreiding hebben. Ik dacht dat het wel reëel was in
Wernhout een bestemming te projekteren. U noemt dat geval daar
tegenover de kerk. Ik weet niet hoe je dat zou moeten aansluiten
bij de Diepstraat, maar daar zijn inderdaad toch wel bepaalde
punten, die alseen afronding voor de kern van Wernhout zouden
kunnen dienen, waardoor er leven in de plaatselijke brouwerij
zou blijven. Wij zouden, dacht ik -en verwacht dat nou a.u.b.
niet van het kollege, dat wij een dergelijk beleid gaan voeren
in een gemeente met een cultuur als Zundert met zoveel mensn
buitenaf en zoveel mensen in de kerkdorpen- toch wel een heel
raar beleid gaan voeren als wij een beleid zouden gaan voeren
dat zou leiden tot het leeglopen van de kerkdorpen, tot het
vergrijzen van de kerkdorpen. Maar wij zijn de stellige overtui
ging toegedaan dat door het b ielen van reële mogelijkheden voor
beperkte groei, aan de mate van de eigen ontwikkeling van die
kerkdorpen afgemeten, daarmee voldoende leefkracht gelaten wordt
aan de plaatselijke gemeenschap. En dan kunnen wij niet brengen
in viervoud de dure voorzieningen als zwembaden en wat niet meer.
Maar wat wij wel kunnen is plaatselijk de noodzakelijke dingen
brengen. En dat is natuurlijk ook een kwestie van een groei van
de gedachte. Wie zou gemeend hebben, laat na eens zeggen 8 jaar
geleden dat wij in bijna alle kerkdorpen -en Klein-Zundert komt
er ook nog aan te pas- gymnastieklokalen zouden kunnen maken.
Deze zijn er gekomen omdat de mogelijkheden zich voordeden. In
principe zijn wij begonnen te concentreren in Zundert en iede
reen kwam naar Zundert toe. Daar zijn wij mee begonnen en dat
is het principe van de concentratie. Je moet beginnen met de
dingen op een punt te maken en naargelang zich de mogelijkheden
verder voordoen moet je ze verder gaan brengen. Maar je moet
- welbewust -