- 22 - middenstand, al herhaaldelijk, al verschillende malen, ook met de functionaris van de middenstandsorganisaties in de loop van het jaar met het oog op de dingen, die komen gingen, maar er is van die zijde ook geen follow up geweest, daar is dus niet op aangehaakt. Dat heeft niet geleid tot konkrete aktiviteiten van middenstandszijde. Ik wil dit niet als een verwijt stellen, maar ik wil dit wel zo stellen dat wij van onze kant open gestaan heb ben voor datgene wat er zou kunnen komen. Wij hebben op dit mo ment eenvoudig een situatie waarin een aantal stukken al tijden te voren zijn rondgestuurd, waarover alle discussie is mogelijk geweest. Wij hebben vanavond dan deze bespreking, waarbij die uitgangspunten aan de orde komen en ik dacht, dat daar op dit ogenblik een beslissing over mogelijk zou zijn. Ik dacht, dat die Ja, mijnheer Valk? De heer Valk: U bedoelt de stukken die wij gekregen hebben met die rapporten van het E.T.I.? De voorzitter: Ja, en de stukken die wij rondgestuurd hebben. De heer Valk: Wij hebben deze ontvangen met het verzoek deze voor kennisgeving aan te nemen. De voorzitter: Ja, ter meningsvorming, pas op.' Opdat u zich de mening zou kunnen vormen, die u vanavond veronderstelt wordt te hebben. U hebt de zelfde stukken gekregen die wij gekregen hebben en die hebt u kun nen lezen, die hebt u lang in uw bezit gehad. Mag ik mijn antwoord voltooien? De heer Valk heeft gezegd, zou er niet een onderzoek nodig zijn door het Opbouworgaan? Dan zou ik willen zeggen dat ik dat niet uit de weg zou willen gaan, maar ik meen dat bij het huidige probleem dat niet relevant is om de dóódsimpele reden dat wat wij hier gaan doen, doen, wat wij in Zundert gaan aanhalen aan bouw ook niet zodanig is, dat je je af moet vragen of dat dan wel in de zin van de maatschappijopbouw verantwoord is. De aantallen woningen, die wij plannen zijn reëel op grond van de te verwachten bevolkingsontwikkeling. Dat is natuurlijk ook maar een betrekkelijke zaak. Wie weet hoe de bevolkingsprognoses er over tien jaar uit zullen zien. Dat kan geen mens zeggen, maar na de mate van het weten van het ogenblik zijn dit de veronder stellingen; daar gaan wij een beleid op uit zetten; daar gaan wij de capaciteit van de bestemmingsplannen op afstellen. En daarnaast -en dat wil ik niet uit de weg gaan maar ik dacht dat het op dit moment niet bepalend was- zullen wij ons moeten afvragen welke voorzieningen wij in de maatschappijopbouw nodig hebben. Want ónder de taakstelling die hier is neergelegd kunnen wij niet gaan, want dan zouden zij met recht de hond in de pot laten komen. Dit is voor ons weliswaar een hele opgave, maar wat wij nu willen is dacht ik voor Zundert het minimum. Ik geloof niet dat het in discussie is dat wij minder zouden moeten gaan doen dan dit. Het gaat er alleen maar om, bent u het er mee eens dat wij hierop onze koers moeten uitzetten en dat dit de verwachtingen moeten zijn voor de komende jaren en bent u van mening met ons dat wij niet moeten strevem -en dat heeft gespookt in de discussies in de pers en zo naar een versnelde uitgroei. Ik bedoel dus niet streven naar wat - dan - i

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 45