- 7 -
meerd met de functie, die planologisch aan Zundert gegeven is,
toen over het streekrapport van de provincie gesproken is. Dat
impliceert dan dat deze funktiebepaling in planologische zin te
vens aansluit bij de economische bestaansbronnen en mogelijkheden
die ik u zojuist geschetst heb; daarvan een complement is, zou ik
durven zeggen. Wanneer wij dan verder de zaak gaan verbijzonderen
met betrekking tot wat hier in feite dan voor de gemeente Zundert
uitkomt, dan blijkt dat het er op lijkt dat het een beetje een
voortkabbelen is op bestaande uitgangspunten. Ik heb u al verteld,
dat wij ondanks dat de taakstelling toch maximaal vinden. Wanneer
wij namelijk het inwonertal dat door ons geraamd is voor het jaar
2000, stellen naast dat van nu, dan betekent dat dat u globaal ge
steld van een 12.200 inwoners van nu, in het jaar 2000 zult uit
groeien tot 17.500. Rekening houdende met een sterke daling van de
gemiddelde wöningbezetting, die weer het gevolg is van een afnemende
geboorte, het op jongere leeftijd huwen en het op oudere leeftijd
langer bij elkaar blijven in een zelfstandige wooneenheid. Dan be
tekent dit toch altijd nog een taakstelling van zo'n 2200 woningen,
die in de gemeente Zundert gebouwd zullen moeten worden tussen nu
en het jaar 2000. Gemiddeld per jaar komt dat ongeveer neer op een
80 k 90 woningen waar dan bovendien nog een stuk sanering inzit,
een stuk vervanging van een verouderd bestand en ik dacht dus dat dit
een vrij behoorlijke taak is wanneer wij dat afzetten van wat hier
in het verleden gebeurd is. Wanneer wij nu verder de woningbehoefte,
zoals ik u die zojuist schetste, trachten te verbijzonderen naar de
kernen, zoals wij die in Zundert kennen. Ik heb u in het begin van de
inleiding verteld dat Zundert wat dat betreft toch een typische ge
meente is, typisch in de zin dan ten opzichte van andere maar niet
typisch naar het karakter dat het vertoont, namelijk het nogal over
wat kernen beschikken, dat er een zeer groot aantal inwoners namelijk
46% in de zgn. verspreide bebouwing woont; dat zijn vrij grote aan
tallen. Wanneer je je dan die schaal voor ogen houdt van de totale
gemeenschap die Zundert heet en je tracht dat dan aan die kernen te
verbijzonderen dan waren wij van mening dat de groei van de gemeente
Zundert geconcentreerd zal moeten worden -mits u namelijk de aanbeve
lingen als raad ook overneemt zoals zij door het kollege zijn overge
nomen nameli^c die groei van Zundert die men in de toekomst ziet en
zo gekwalificeerd als ik u net vertelde- hoofdzakelijk in de kern
Zundert. De reden die wij daarvoor aan willen voeren is gelegen in
het feit dat dodr een concentratie de mogelijkheid aanwezig is om
het dienstenpakket, dat ook weer accelereert, om bepaalde inkomens-
maximalisaties en om goede verzorging tot stand te brengen. Ik dacht
dat dat alleen maar mogelijk was wanneer je concentratie bij de hoofd
kern aanvaardt. Eet gaat niet aan om allerlei voorzieningen zwaar te
decentraliseren naar de kernen en ook de bewoners daartoe maar te de
centraliseren, want ik dacht dat dat een verschraling van de mogelijk
heden oplevert om juist die diensten in de vorm van detailhandel en in
de vorm van allerlei voorzieningen tot een optimaal nut te laten komen.
Dit impliceert niet dat die kleine kernen helemaal geen groei zouden
mogen vertonen. Hoewel dit met name in Zundert een heel groot probleem
is dachten wij dat het toekennen van een geringe eigen groei aan die
kleine kernen dat is wat maximaal haalbaar is. Dat is dus vanuit laten
wij zeggen onze sociaal economische bril gezien en geargumenteerd met
de concentratiegedachte en met het
- daaruit -