leden hadden moeten worden genomen. Het is een ontwikkeling die kan worden voortgezet waar hij eerder in gang is gezet en die bepaald niet zomaar een, twee, drie in de blauwe lucht kan worden aangevangen. Anderzijds ook niet omdat wij menen dat de huidige struktuur van de gemeente Zundert, gegeven een gezonde groei, daar willen wij geen twijfel over laten bestaan, gegeven een gezonde groei eigenlijk de optimale uitgroei van die gemeente is voor diegenen die er nu wonen en diegenen die er straks als onze kinderen zullen wonen. Wij beseffen wel dat op dit moment de gevolgen van de opening van de E-10 nogal hier en daar hard aankomen. Die opening is met een zekere feestelijkheid gepaard gegaan, sommigen hebben de vlag uitge hangen. Wij hebben dat hier niet gedaan omdat wij het enerzijds ver heugend vinden dat wij die verkeersstroom althans voor een belang rijk gedeelte kwijtgeraakt zijn zodat ons dorp, onze gemeente meer leefbaar is geworden en dat is een pluspunt, een heel belangrijk pluspunt en anderzijds zagen wij toch geen reden om de vlag uit te hangen daar wij weten dat velen van onze middenstanders, van onze neringdoenden door de verlegging van de verkeersstroom duidelijk nadeel zullen ondervinden. Het is nog te vroeg om daar een zinnig woord over te zeggen. Daar zullen ongetwijfeld enkele weken zoniet maanden moeten worden afgewacht om het beeld kompleet te krijgen. Sommige klagen, sommigen klagen niet en anderen geven blijk van een groot pessimisme op grond van een sterke daling van de omzet. Ik dacht dat vooral bij de horecabedrijven en bij de benzinestations -om maar iets aan te geven- de klappen hard zijn. Toch moet men bij de beoordeling van de struktuur en van de uitgroei van Zundert zich niet laten leiden door overwegingen op kortzicht, omdat datgene wat nu een middenstander soelaas zou bieden niet op korte termijn ge bracht kan worden op zo'n manier dat het hem inderdaad baat. Wij kunnen daar straks op ingaan. Ik geloof dat het zinvol is de discus sie ook straks in deze richting mee te betrekken. Heren, ik dacht dat ik ongeveer voldoende heb aangegeven in korte lijnen wat ons heeft bewogen en wat de bedoeling is van vanavond. Ik wil u nog twee dingen zeggen; het eerste is dit; dat is het karakter van deze discussie, hoewel wij zitten in een opstelling die normaal gereser veerd is voor plechtige gelegenheden wil ik u er uitdrukkelijk op wijzen dat wat wij vanavond bespreken nota's zijn en schetsen zijn en wij hebben deze bespreking gepland op een zodanig tijdstip dat inderdaad beïnvloeding van de uiteindelijke vormgeving van de plan nen mogelijk is. Wij zijn dus niet gekomen met kant en klaar gesne den plannen. U zult het straks ook zien, wij hebben een schets van de heer Wissing vertaald op doorzichtig papier, op een mooi sjabloon zodat wij het kunnen projekteren. Het is een zeer schetsmatig aange ven van bepaalde ontwikkelingsmogelijkheden waarop zeer wel alter natieven mogelijk zijn. Wanneer hier dus vanavond een discussie is heren dan wil ik uitdrukkelijk voorop stellen en dat moge u blijken uit de hele presentatie van de met name stedebouwkundige stukken, dat dit niet is: nou ja, zo kan je het doen en anders doen wij niks. Er is wel degelijk ruimte voor discussie. Ten tweede heb ik nog tot taak u mede te dëen dat wij deze materie besproken hebben in een vergadering van onze commissie "Groei en Ontwikkeling" waarvan u een rapport is toegestuurd, een verslag met een storende fout die wij gecorrigeerd hebben ten aanzien van de mening van de heer Valk; het is voldoende duidelijk bekend. De commissie heeft zich in grote lij nen met de nota van burgemeester en wethouders verenigd met dien verstande dat de heer Valk en de heer Arnouts ook weliswaar de aan tallen die gedacht zijn voor de uitgroei als een reëel uitgangspunt accepteerden maar menen dat de taakstelling onvoldoende is en dat andere middelen zullen moeten worden aangewend om die doeleinden te halen. Ik hoop dat ik daarmee recht doe wedervaren aan hetgeen in de commissie besproken is. Uiteraard zullen de heren leden hun stand punt nader kunnen toelichten. Ik zou na deze inleiding dan het woord

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 26