sterk leven. Ik verheug mij daar hijzonder over ook al zou dat dan
zakelijk misschien een verschil van mening met het huidige stand
punt van het college betekenen. Ik verheug mij daar bijzonder over
omdat daar uit spreekt dat voor datgene wat er met Zundert aan de
hand is een ruime belangstelling bestaat en dat is wat wij nodig
hebben willen wij in de toekomst blijven wat wij zijn. Het doel
van deze avond is een bespreking van een nota, een nota die is uit
gebracht naar aanleiding van de rapportage door het Economisch
Technologisch Instituut van Noord-Brabant, dat wij in de wandeling
het E.T.I. noemen en de daarop geënte beschouwing en schetsen van
onze stedebouwkundige de heer Wissing. U ziet hier de leden van de
raad en dames en heren u ziet hier naast de heer Mertens de heer
Jansen van het E.T.I. en dan zit daarnaast de heer Wissing onze
stedebouwkundige en diens medewerker de heer Ouwens die zich meer
in het bijzonder steeds met de zaken van de gemeente Zundert bezig
houdt.
Het E.T.I. heeft in de afgelopen jaren -daar is regelmatig wel wat
van in de publiciteit verschenen- een aantal nota's uitgebracht,
een aantal studies gemaakt omtrent de gemeente Zundert. Daar is,
heren, regelmatig krediet voor gevraagd en er is u regelmatig zc'n
fraai blauw boekje toegestuurd. En als u ze allemaal bewaard hebt
dan zult u merken net als ik dat de banden aan elkaar plegen te
plakken, maar daar zijn de volgende deelnota's uitgebracht:
"Het geografisch milieu van Zundert} een nota inzake de stand van
de bevolking en van de werkgelegenheid; een memorandum inzake de
behoefte aan werkterreinen in de gemeente Zundert, dat was een me
morandum dat gemaakt is met het oog op de besprekingen die wij ge
voerd hebben om de Akkermolen tot industrieterrein verheven te
krijgen en een nota over het detailhandelapparaat in de gemeente
Zundert, de sociale infrastruktuur in de gemeente Zundert". En dan
is er ook nog een nota uitgebracht over de boomteelt in de gemeen
te Zundert. Daarop is gekomen een totaal verhaal "toekomstperspec
tieven voor de gemeente Zundert" en dat is dan de basis geworden
mede voor de studies van onze stedebouwkundige. Het gaat dus aller
eerst om een benadering van de plaats van Zundert in de omliggen
de regio, in het omliggend gebied; hoe moet Zundert zich ontwikke
len, wat is daar van Zundert, dat is een kwestie geweest van onder
zoeken, van tellen, van extra poleren van gegevens en daarop is ge
komen een bepaalde visie, een visie die dan moet resulteren in een
beleidsbepaling van de raad en die moet vertaald worden in stede
bouwkundige termen. Wanneer het gaat om de bouw van een aantal hon
derd of duizenden woningen tot bepaalde tijden, wanneer prognoses
worden gemaakt over de verwachte groei dan moet dat straks ver
taald worden in ruimtelijke vormgeving. Ik had de bedoeling om na
mijn inleiding het eerst te vragen aan de heer Jansen van het E.T.I.
of hij een toelichting wilde geven op hetgeen in de stukken van het
E.T.I# is neergelegd, de visignvan het E.T.I. met name de concept
taakstelling die is gemaakt ennfaarna een discussie mogelijk te ma
ken en dan nog de heer Wissing de gelegenheid te geven zijn gedach
ten uiteen te zetten. Onzerzijds na alles wat er over geschreven is
een heel korte toelichting slechts op de beleidsnota. Het college
is van mening, gegeven het wetenschappelijk gefundeerde onderzoek
door het E.T.I.dat de groeikansen van Zundert liggen in de orde
van grootte zoals zij door het E.T.I. zijn aangegeven. Met name ziet
het college geen mogelijkheden om te komen tot een versnelde groei
boven de aantallen die door het E.T.I. zijn bedoeld. Wij conformeren
ons heel uitdrukkelijk en bevinden ons wel bij de taakstelling zo
als die voor Zundert is neergelegd in het streekplan West-Brabant,
die in zijn essentie kan worden weergegeven met de woorden "uit
groei als lokaal centrum". Wij zien dus niet dat Zundert b.v. de
trekkracht zou hebben om een plaats als Etten achterna te gaan.
Enerzijds al niet omdat, wilde men dit nu doen, de beleidsbeslis
singen daarvoor eigenlijk al misschien vijftien; twintig jaar ge-