- 13 -
startsubsidie te krijgen. U weet dat een vereniging een jaar moet
bestaan om onder die sportsubsidieregeling te kunnen vallen.
Als men een aanvrage om een startsubsidie indient dan moet daarbij
een begroting overgelegd worden. Dan wordt bekeken of er een
redelijke verhouding bestaat tussen uitgaven en inkomsten,in dit
geval contributie. Wij hebben die redelijke verhouding niet
aangetroffen. Als U dit nu eens vergelijkt met hetgeen Welpen en
Kabouters moeten betalen voor het meedoen aan een kamp en met
hetgeen de leden van de accordeonvereniging "Con Amore" zich aan
financiële offers moeten getroosten dan ziet U een duidelijk ver,
schil. Als U ook eens nagaat wat dat ponyrijden aan geld kost.
Een pony kost ƒ.1 .000,— a ƒ.1 .500, Er zal een rijbroek,rij
laarzen en een fluwelen petje moeten worden aangeschaft. Dat
beest zal nog gestald moeten worden in een weiland, 's winters
zal dat beest naar binnen moeten. Dat beest zal vanzelfsprekend
moeten worden gevoerd. Dat alles is een kostbare aangelegenheid.
Als men dan komt met een contributie van 25,per jaar,waar
voor wekelijks instructie wordt gegeven,waaruit concoursen worden
betaald en waarvan nog een kamp wordt georganiseerd, dan moeten
we toch konkluderen dat dit niet reëel is. Dat is toch geen
serieuze opzet. Moeten we dan op zulke onzekere gronden subsidie
gaan toekennen? Vandaat dat wij u nogmaals adviseren op dit
subsidieverzoek afwijzend te beschikken.
De heer Pellis:
Het is prijzenswaardig dat het bestuur in een behoefte voorziet
door het oprichten en in stand houden van een ponyclub. Ik moet
toegeven dat de financiën niet zijn beheerd conform de voorschrif
ten van de gemeente.
De voorzitter:
Dat niet alleen. Het is gewoon een kwestie van een gezond finan
cieel beheer!
De heer Pellis:
Is het dan niet mogelijk om het bestuur van die ponyclub uiteen
te zetten waarom het geen subsidie krijgt en daarbij de belofte
te stellen, dat, wanneer het aan de te stellen voorschriften
voldoet, het alsnog voor een startsubsidie in aanmerking kan
komen
De heer Huijbregts:
Het is geen gemakkelijke zaak.Wij hebben in de vorige vergade
ring voorgesteld om dit verzoek aan te houden. Wij hebben gewikt
en gewogen. Wij vinden het bijzonder jammer dat burgemeester en
wethouders vergelijkingen gaan maken, met andere verenigingen.
Onze slotkonklusie was Moeten wij dit verzoek nu maar zonder
meer afwijzen? Wij hebben gezegd: Dat mogen wij niet doen! Wij
zijn vóór een subsidietoekenning. Burgemeester en wethouders
stellen dat zij de contributie van de leden te laag achten in
verhouding tot andere verenigingen.
De voorzitter:
Mag ik U corrigeren? Tot het gebodene.
De heer Huijbregts:
Maar U haalt een voorbeeld aan van de accordeonvereniging
"Con Amore". Wij zijn van mening dat het bestuur van de ponyclub
rekening heeft gehouden met het feit,dat haar leden al zwaar
genoeg zijn belast. De jeugdige leeftijd van de leden zal daarbij
ook wel een rol gespeeld hebben, ^eze gedachtengang kunnen wij wel
volgen. Nu vinden wij het jammer dat het college de bijdrage van
de leden van de ponyclub gaat vergelijken met de bijdrage van de
leden van de accordeonvereniging. Burgemeester en wethouders
