- 7 - "betreffende commissie die deze plannen behandeld heeft» Welis waar zijn de meningen van de leden van deze commissie uiteen lopend,maar er kan wel een richting uit gedestilleerd worden. In hoeverre is het structuurplan dat uiteindelijk zal worden vastgesteld bindend? Bovendien, voor hoe lang is dat plan bindend? Men zou namelijk tot de konklusie kunnen komen,dat het hier een 30-jarenPlan betreft. Als dat plan voor 30 jaren bindt, vind ik dat de raad, in zijn huidige samenstelling zich nogal v wat pretenties aanmeet.We mogen wel vooruitzien,mynheer de voorzitter. Regeren is immers vooruitzien,maar ik dacht dat we niet voorbarig mogen zijn door nu voor een tijdvak van 30 jaren een plan vast te stellen. Het kan gebeuren dat er in die 30 jaren nog 7 raden van een verschillende samenstelling zullen op treden. De zozeer gepropageerde inspraak zou in de komende tyd niet meer op dit plan van toepassing zijn. Elk plan gaat min of meer mank aan eenzijdigheid.Ik zou liever een spreiding zien in de diverse plannen. By de beoordeling van de 5 modellen viel de keuze van burgemeester en wethouders op model IY. Ik vind dat om enkele redenen een minder gelukkige keuze.Dit plan ligt ten opzichte van de kern van Zundert in belangrijke mate gedecen traliseerd. De meeste reakties op de structuurmodellen zijn uit Klein-Zundert gekomen. Met name hebben deze reakties betrekking op model IV. Van de 13 reakties zijn er 11 negatief. Plan IV is m.i. in strijd met het streekplan West-Brabant en heeft derhalve weinig kans van goedkeuring door Gedeputeerde Staten.Daarom sten ik dan ook tegen plan IV. Als ik toch mijn keuze zou moeten bepalen -onder restrictie dat dit plan niet voor 30 jaren geldt- dan zou mijn voorkeur uitgaar naar model II.Dit model geeft een direkte aansluiting op het bestaande Rutvenplan en het Berkplan.Het ligt gunstig ten op zichte van het centrum der gemeente en het openbaar vervoer. De onderwijsinstellingen zijn, evenals het zwembad en het sport park, gemakkelijker te bereiken.Bovendien is in dit plan II de mogelijkheid opgenomen voor enige uitbreiding van de kerkdorpen Wernhout en Klein-Zundert. Er zijn aangaande dit plan slechts 2 negatieve reakties ingekomen. Bovendien is de kans voor goed keuring door gedeputeerde staten naar mijn oordeel veel groter. Daarom spreek ik mij uit voor plan II. De heer Huijbregts: Toen op 25 januari van dit jaar de beleidsnota ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van Zundert aan de orde kwam heeft onze fraktie een scherp betoog gehouden ten aanzien van onze kerkdorpen,met name voor wat betreft de gedachte groei van het kerkdorp Wernhout. Uit genoemde beleidsnota konden wij ten aan zien van Wernhout lezen,dat deze kern,mede gelet op het stand punt van het provinciaal bestuur,als eai vrijwel afgeronde een heid moest worden beschouwd. Deze zinsnede uit de beleidsnota viel bij de Wernhoutse bevolking niet in goede aarde. Men gaf daarvan openlijk blijk.Eens te meer bleeki de eensgezindheid van de Wernhoutse bevolking. De rust keerde weer toen U in het openbaar de mededeling deed dat het kollege een fout had ge maakt met betrekking tot de formulering. Wij zijn redelijke mensen.Ik geloof dat in die redelijkheid opgesloten ligt dat die natuurlijke groei van de plaatselijke r^'emeenschaj? opgevan- -gen-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 164