- 4 - De voorzitter: Dat maakt de zaak van Uw kant wel heel duidelijk. Ik neem aan dat U voor Uzelf spreekt, dus niet als vertegenwoordiger van de middenstand. De heer Kunst heeft hier een nieuw element ingebracht. Zijn verhaal spreekt mij wel wat aan. Hij zakte overigens van 90» 75 naar 50%. Ik dacht zou hij nog meer zakken. Hij bleef wijselijk op 50% hangen,daar volg ik hem graag in. Het ligt in de rede dat middenstanders, wier klanten gebruik maken van de openbare parkeergelegenheid betalen voor de te treffen voorzieningen. Wanneer zich nu een nieuwe zaak zou gaan vestigen in een bestemmingsplan dan dient deze zaak zelf te zorgen voor voldoende parkeergelegenheid. Dat is tegenwoordig een normale zaak. Daarom zie ik niet in dat de middenstand in een bepaalde dorpskern maar onbeperkt met verzoeken kan komen om voor rekening van de Algemene Dienst parkeergelegenheid aan te leggen.Die parkeergelegen heid is toch in hoofdzaak bestemd voor het winkelend publiek. In zoverre voel ik erg met mijnheer Kunst mee. De heer Kunst Laten betrokkenen samen aan tafel gaan zitten en samen naar een oplossing zoeken. De voorzitter: Burgemeester en wethouders willen over deze zaak graag een gesprek hebben met betrokkenen. Voordat we verkeersdeskun- digen etc. naar Zundert gaan halen om met betrokkenen te gaan praten, moeten we eerst eens afwachten of er uit de kringen van de middenstand gereageerd wordt op hetgeen U hier naar voren hebt gebracht. De heer Kunst: De Jongerenpartij vergadert vóór elke raadsvergadering in het openbaar. Op de laatste vergadering waren ook enkele midden standers, die positief tegenover dit voorstel stonden. De voorzitter: Dat is heel plezierig. We vinden wel een methode om deze zaak in voorkomend geval aan de gang te krijgen. De heer Pellis: Dit voorstel is reeds eerder in de raad behandeld en is toen jammer genoeg afgestemd. Ik spreek namens de middenstand, maar oók voor vele anderen en mijzelf. Ik heb persoonlijk diverse keren moeten ervaren dat ik mijn auto niet kon parkeren. Datzelfde heb ik ook van verschillende anderen gezien. Zonder veel moeite kunnen we de parkeergelegenheid vergroten door het trottoir iets te verlagen. Dat heb ik destijds ook voorgesteld. Uit esthetisch oogpunt schijnt dat niet te kunnen. Naast het gemeentehuis ligt een brede stoep die nergens voor gebruikt wordt. Die stoep kan beslist voor 100% worden benut door deze iets te verlagen. Ik begrijp niet wat daar op tegen kan zijn, misschien de financiën. - de voorzitter -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 161