- 12 - dat stukje gemeentemuur op. Nu zal het u duidelijk zijn dat dat kleine stukje scheidsmuur letterlijk de steen des aanstoots is. Want dat is het Nauw van Calais waar de heer Van Kaam niet langs kan. Hij kan overal breken, maar daar niet. Hij zegt: Die grond is van mij, want ik heb destijds gemeend een recht stuk grond te kopen. Dat is ook wel plausibel. Dat staat ook op de kaartjes die er destijds geweest zijn. De heer Van Kaam zegt dat dat een eenzijdige aanwijzing geweest is waar hij niets van afweet. Aan de andere kant begin ik te zeggen: Ik kijk naar het kadaster, wat daarop staat daar ga ik van uit. De zaak wordt nu gekompliceerd omdat we aan mevrouw Kouwenberg hebben gezegd dat zij dat huis van de gemeen te kan kopen zoals het daar ligt en dat wij de raad dien overeenkomstig zullen voorstellen. Daar is voor het kolle ge de zaak mee uit. Wij hebben met mevrouw Kouwenberg overeengekomen dat zij dat onroerend goed zal overnemen met alle lusten en lasten. Ik hoor nu allerlei bedenkingen vanuit de raad. Als u van mening bent dat dat onderzocht moet worden dan is dat ons ook goed. De heer Kunst: Ik kan nu niet uitmaken of de heer Van Kaam gelijk heeft of niet. U kunt mij er ook niet van overtuigen dat de heer Van Kaam ongelijk heeft. Dan lijkt het mij logisch dat de gemeente laat uitzoeken wie er eigenlijk gelijk heeft. Dan stel ik nu voor om dit voorstel tot de volgende ver gadering aan te houden. De heer Valk: Ik geloof wel dat burgemeester en wethouders het er wel mee eens zijn, dat de heer Van Kaam een rechthoekig per ceel gekocht heeft, zonder bajonetsluiting. Niet is aan te tonen dat de gemeente een stukje grond van de heer Van Kaam heeft teruggekocht. Dat zou dan ook beschreven moeten zijn. Het kadaster geeft namelijk geen veranderingen aan wanneer er geen koop of verkoop heeft plaatsgevonden. Dus is de konklusie dat de bewuste strook grond eigendom is van de heer Van Kaam. Mogelijk is de situatie later gewijzigd zonder dat van de grond door de heer Van Kaam afstand is gedaan. De voorzitter: Ik heb wel de neiging u gelijk te geven. Beide partijen kruinen een andere aanwijzing van het kadaster vragen. Burgemeester en wethouders zouden uit zichzelf daartoe niet willen besluiten, maar als de raad zegt dat dat moet gebeuren dan zal dat besluit vanzelfsprekend worden uitge voerd. Ik beluister wel een grote steun om eerst een grenscorrec tie uit te voeren en dan te verkopen. Ik zou toch mevrouw Kouwenberg ter wille willen zijn. Laat ons dan toch beslui ten tot verkoop maar in die zin, dat de gemeente eerst nog een nieuwe grensaanwijz ing vraagt. Met inachtneming van deze restrictie wordt zonder hoofde lijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemees ter en wethouders besloten. - 9 -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 153