Wij behoren niet op deze wijze vliegen te vangen. Er is een voetbalveld gekocht, daar zijn we allemaal heel blij mee. Ik vind wel, dat degene die dit heeft voorbereid - gelet op het werk dat hij ervoor gedaan heeft - de eer moet krijgen die hem toekomt. de Heer Pellis: Ik heb in de vorige vergadering - toen over deze aange legenheid gesproken werd - de raad bedankt. En wat de heer Hoekman betreft, ik heb dikwijls hier in de raad gevraagd om een voetbalveld. Als de heer Hoekman nu zegt, dat ik niet blij ben met dit veld - omdat het jarenlang stil was - och ik had toen zitting in het kollege van burgemeester en wethouders, ik kon in de vergaderingen van dat kollege naar deze aangelegenheid informeren. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat ik ervoor gewerkt heb. Ik ben blij met het veld, wie het ook brengt. Het is niet ineens gegaan. Ik heb wethouder Mertens nooit verweten dat hij ook zes jaren met lege handen gestaan heeft. Ik heb wethouder Koeken ook niets verweten. Door het betrokken lid van de Sportraad is mij verzekerd dat deze aangelegenheid in de Sportraad besproken is, dat heeft hij mij voor 100$ verzekerd. de heer Laseroms: Dan begrijp ik niet,dat die bewuste persoon bij de vast stelling van de notulen geen vraag stelt waarom zijn opmerking daarin niet voorkomt. Ik begrijp ook niet dat op een gege ven moment via een of andere supporter dit in de Sportraad wordt gebracht in plaats van aan de voorzitter van de voet balvereniging. De heer Van Bedaf verlaat de vergadering. De voorzitter: Ik wil er nog een opmerking over maken en dan zou ik er - voor wat het kollege van burgemeester en wethouders be treft - een punt achter willen zetten. Als U meer waarde hecht aan dorpse kletspraat dan aan opmerkingen van het kollege, die na zorgvuldige onderzoekingen gedaan worden, dan is er verder geen diskussie mogelijk. De heer Pellis: Ik hecht heus niet meer waarde aan kletspraat, maar ik ga naar de personen in kwestie. De voorzitter: Hier zitten ook drie personen in kwestie die U bepaalde zaken gezegd hebben en als U die niet gelooft dan moet U van ons geen verdere antwoorden verwachten. Verwacht U van ons derhalve geen verdere opmerkingen over deze zaak. Hierna wordt de diskussie over deze aangelegenheid be ëindigd. De voorzitter: Wij hebben vanmorgen een gesprek gehad met vertegenwoor digers van de Rijkswaterstaat en de Rijksverkeerspolitie van Breda, voor wat de laatste instantie betreft in ver band met de technische adviezen ten aanzien van de ver keersveiligheid. Wij hebben gesproken over het aspekt "verkeersveiligheid" in Wernhout. Wij hebben daarbij - -zoals-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 128