- 12 - regeling bij de provincie haalbaar is, waarbij achter de woning geen enkele ruimte overblijft. Er blijft altijd een regeling, waarbij de ene voor mijnheer A en de andere voor mijnheer B gunstig zal zijn. Ik wil helemaal niet zeggen dat wij ons gaan verzetten te gen een wijziging van de algemene regeling voor het bouwen van bijgebouwen. Ik zou u echter wel willen ontraden om alleen voor de Vincent van Goghstraat een regeling vast te stellen, Bindt ons niet aan urgenties die in werkelijkheid niet halen aan het andere werk dat wij ingevolge uw op dracht in behandeling hebben. De heer Pellis: Ik neem aan dat het druk is. Ik wil u echter vragen wanneer het dan wel in behandeling kan komen, over een jaar, een half jaar of over drie maanden? De voorzitter: Dat kan ik u niet zeggen. Zodra die zaak in een redelijke urgentie aan de orde komt zal deze bekeken worden. De heer Pellis: Ik ben blij dat er van de voorzitter en van verscheidene raadsleden een ander geluid komt. De voorzitter: Wij nemen geen ander standpunt in dan we in oktober 1971 hebben ingenomen. De heer Arnouts: Kan deze zaak op vrijdag 5 mei a.s. in de commissie verder worden besproken? De voorzitter: U mag er in de commissie bij de rondvraag op terugkomen. De heer Huijbregts: U suggereert dat er bij Van Hees zijn boterham aan vast zit. Dat is bij de heer Lodders ook het geval. De voorzitter: Dat ben ik volledig met u eens. Komt u het schetsontwerp voor Wernhout maar eens bekijken, dan kunt u zien waarom we de heer Lodders niet direkt bij wijze van anticipatie kunnen helpen. De heer Kunst: De jongerengroepering heeft gisteren vergaderd. Tot mijn grote vreugde waren daarbij 4 heren uit de Vincent van Goghstraat aanwezig. Met deze heren hebben wij een lang durig en zinvol gesprek gehad. Deze heren waren het eens met de uitleg die u zojuist gegeven hebt. In de jongeren- groepering werd ook gesproken over andere plannen voor Wernhout, de Berk etc. Ook die4mensen, die graag in hun tuin een garage willen bouwen, konden zich voorstellen en stemden er mee in, dat de woningbouw in eerste instan tie belangrijker was dan hun eigen garage. Zij vonden dus ook dat hun garages niet voor de andere plannen behoefden te worden behandeld. Wel zagen zij graag dat de stede- - bouwkundige -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1972 | | pagina 115