weg. Als de heer Pellis er prijs op stelt zal ik na deze
vergadering hem naam en adres van deze familie ter hand
stellen. Deze familie verloor in 1968 een ongehuwde zus
ter van de man. Zij werd, lopende over de Achtmaalseweg,
door een auto aangereden en dodelijk getroffen. In 1970
verloor deze familie de oudste zoon, die met een brom
fiets tegen een boom reed en daarbij dodelijk veronge
lukte. In 1971 verloor deze familie een zesjarig dochter
tje, dat eveneens door een auto werd aangereden en in het
St. Elisabeth-ziekenhuis in Tilburg overleed.
Deze familie werd wel ontzettend zwaar getroffen. Ik heb
met deze familie breedvoerig over uw brief gesproken.
Ik heb die familie gevraagd of deze weg aan verbetering
toe zou zijn. Deze familie -mijns inziens de zwaarst ge
troffen familie van Zundert- antwoordde mij, mijnheer
Pellis; "Het ligt niet aan de Achtmaalseweg, wanneer u
ziet met welke snelheden sommige auto's hier passeren dan
houd je je hart vast. Er wordt in het algemeen te hard
gereden". Dat was de reaktie van die familie. Ik meende
u, mijnheer Pellis, deze reaktie van een zwaar getroffen
familie niet te mogen onthouden. Deze mensen, hoe zwaar
ook getroffen, repten met geen woord over de slechte staat
waarin de Achtmaalseweg naar uw mening zou verkeren. Maar
de weggebruiker dient verantwoordelijkheidsgevoel te heb
ben voor zijn medemensen. Wij meenden, mijnheer de voor
zitter, gezien de bepaalde zinsnede in de brief van de
heren Pellis en Arnouts, daar toch wel tegen te moeten
ageren. Ik dank u wel.'
De voorzitter:
Ik dank u voor uw bijdrage aan deze diskussie. Ik dacht,
dat we de diskussie hiermede op een behoorlijk niveau
zouden kunnen afsluiten. Ik zou in ieder geval de nage
dachtenis van verkeersslachtoffers hier verder buiten be
schouwing willen laten.
De heer Pellis:
Ik zou hetzelfde willen zeggen tegen de heren Huijbregts
en Mertens. Zij begonnen daar ook juist over.
De voorzitter:
Er is aan de orde een voorstel van burgemeester en wet
houders om genoegen te nemen met het antwoord dat wij hier
gegeven hebben. Ik zou dat voorstel dan wel graag in stem
ming willen brengen. Wie het met het antwoord van burge
meester en wethouders eens is stemt voor. Wie het met dit
antwoord niet eens is stemt tegen.
Overeenkomstig artikel 27 van het reglement van Orde wordt
bepaald, dat de omvraag begint
bij nummer 5 van de
presen-
tielijst.
De heer Mathijssen:
voor;
de
heer
Hoekman:
voor;
de heer Kunst:
voor;
de
heer
Huijbregts
voor;
de heer Hereijgers:
voor;
de
heer
Pellis
tegen
de heer Mertens:
voor;
de
heer
Arnouts
tegen
de heer Koeken:
voor;
de
heer
Verheijen:
voor;
de heer Laseroms:
voor;
de
heer
Van Bedaf:
voor;
de heer Van Hassel:
voor;
de
heer
Leeuw:
voor;
de
heer
Valk:
voor.
De heer Pellis:
Als er weer een ongeluk gebeurt is moet u maar weer mededogen
betuigen. -