grond van mevrouw M.P. Jochems-PeetersAchtmaalseweg
200a).
Ik lees hier in de notulen dat de heer Pellis naar aanleiding
van dit punt onder meer heeft gezegd:
"Ik moet er echter één opmerking bij maken. De gemeente
heeft wel geluk gehad, want het veld werd op een presen
teerblad thuisgebracht, dank zij enkele supporters en
leden van de voetbalvereniging....".
Kunt v, mijnheer Pellis, mij zeggen welke heren dat ge
weest zijn en waar zij dat thuisgebracht hebben?
De heer Pellis:
De heer Hense (aannemer) Achtmaalseweg en de heer Van
Aert, eveneens wonende aan de Achtmaalseweg.
De heer Mertens:
Bij wie zijn die mensen geweest?
De heer Pellis:
Onder andere bij mij.'
De heer Mertens:
Bij mij is niemand van de supporters en niemand van de le
den geweest.
De heer Pellis:
Dat doet niets af aan het feit dat het veld door die
tussenpersonen is gepresenteerd. Daar kunt u niet onder
uit.
De voorzitter:
Maar mijnheer Pellis, het wordt nu een beetje wonderlijk.
Als de wethouder, die deze aankoop heeft voorbereid, van
die beminnelijke supporters nooit iets gezien heeft, dan
kunt u toch moeilijk stellen dat de gemeente, in dit ge
val wethouder Mertens, de zaak op een presenteerblaadje
gekregen heeft.
De heer Pellis:
Ik zal wel nagaan wie de gemeente opgebeld heeft. Dan
krijgt u daarover de volgende keer nadere mededelingen.
De heer Mertens:
Er heeft mij niemand benaderd.
De heer Pellis:
Ja maar de gemeente is benaderd.'
U bent heel de gemeente niet.
De voorzitter:
Maar de wethouder is wel degene die voor het kollege de
zaak behandeld heeft. Er is in het kollege niets bekend
van presenteerblaadjes. Ik dacht dat wij in dat opzicht
wel op wethouder Mertens woorden af konden gaan.
De heer Pellis:
Bij u, mijnheer de voorzitter, komt een aangelegenheid
dikwijls onvoorbereid voor wanneer wij dit zonder meer
op tafel brengen, deze zaak is voor mij thans onvoorbe
reid. Wacht u tot de volgende keer.