- 16 - De heer Pellis: Dat is zeer redelijk. De voorzitter: Als u dat redelijk vindt, dan zie ik uw bezwaren niet. Maar als u het redelijk vindt, mijnheer Pel lis, dat iemand zonder toestemming een pony mag houden en het eveneens redelijk vindt dat hij daar bij een ander niet mag hinderen dan begrijp ik niet dat u tegen het voorstel van burgemeester en wet houders bent. De heer Pellis: Als wij daar 100$ garantie voor kunnen krijgen, akkoord. De voorzitter: Nee, mijnheer Pellis. Ik heb u net gez.egd dat wij de mogelijkheid moeten hebben om in die gevallen te kunnen optreden waarin burgemeester en wethouders werkelijk niet passief kunnen toezien. Dus in die gevallen waar onaanvaardbare overlast aan de bu ren wordt toegebracht. Een ieder van u< zie ik er voor aan om bij mij te komen klagen over onver antwoorde toestanden het gevaar voor de volksge zondheid, de hinder voor de omwonenden, de vliegen, de kinderen, de besmetting tengevolge van een paard dat niet goed wordt onderhouden. Dat is heel goed mogelijk en daar gaat het om. De heer Pellis: Daar zit nu juist de moeilijkheid. Wie maakt het uit of er overlast wordt veroorzaakt. De voorzitter: Dat moeten uiteindelijk burgemeester en wethouders uitmaken. De heer Pellis: Als de ene buurman de andere een zet wil geven dan komt hij bij het gemeentebestuur klagen over het veroorzaken van overlast tengevolge van het houden van een koe of een paard. De voorzitter: Mijnheer Pellis; u weet toch ook wel dat wij over deze zaken niet zo heel lichtvaardig oordelen. Dat is een zaak van uitvoerige deliberatie in de vergadering van burgemeester en wethouders. V/ij gaan toch niet zo maar iemand een aanschrijving op zijn dak sturen. Ik ben het volledig met u eens wanneer er een verbod zou komen tot het houden van pony's. Dat zou een onaanvaardbare beperking van de vrijheid zijn. Daar gaat het niet om. Het gaat er om om corrigerend te kunnen optreden wan neer het werkelijk de spuigaten uitloopt. - 17 - Het is voor burgemeester en wethouders prettig om een stok achter de deur te hebben. Wij kunnen dan in voorkomende gevallen tegen betrokkenen zeggen, u moet dit of dat doen anders zijn wij genoodzaakt u te verbieden, om een paard,een koe etc. te hou den. De heer Pellis: Als in de praktijk aan dit artikel een dergelijke toepassing wordt gegeven dan ga ik er mee akkoord. De voorzitter: Er zit niets anders achter dan dat. De heer Arnouts: Ik ben het met de heer Huijbregts eens dat de moge lijkheid in de praktijk aanwezig is dat de buren elkaar kunnen gaan dwars zitten. Wanneer iemand nu klaagt over zijn buurman die twee pony's houdt, ver plichten burgemeester en wethouders hem dan terstond om deze pony's weg te doen? De voorzitter: Er zijn verschillende gevallen geweest waar in deze situatie het veroorzaken van overlast aan de buren zich dreigde te manifesteren. Die gevallen zijn nu aan de kant. Op het ogenblik althans. Wij weten echter niet wat de toekomst op dit punt zal gaan brengen. Daarom vragen wij deze mogelijkheid om eventueel te kunnen optreden. Stelt u zich eens voor dat iemand een brief richt aan de raad waarin hij klaagt over het ondervinden van overlast van het houden van een paard van zijn buurman. Dat kan toch gebeuren. Dan is het voor de raad veel moeilijker om over een der gelijk konkreet geval een oordeel te vellen. De heer Arnouts: Een dergelijk schrijven is nu ingekomen. Ik doel hier op het schrijven van Mej. de Gier. De voorzitter: Dat if inderdaad, waar. Ik vind het echter prematuur om zo lang er nog naar een minnelijke schikking wordt gestreefd al vast een stok achter de deur aan te schaffen. Die brief van Mej. de Gier over schapen en geiten was voor ons geen aanleiding om dit verbod in die zin uit te breiden. De heer Arnouts: Ik zie ook de noodzaak er niet van in om het bestaan de verbod aan te vullen met paarden en koeien. De voorzitter: Ik ben van oordeel dat ik hèt voorstel van burgemees ter en wethouders nu voldoende heb toegelicht. iMHflHHHflflHI wêêêêêêêêêëêë

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1971 | | pagina 92