- 14 -
geval van gegronde klachten een mogelijkheid te heb
ben om daadwerkelijk te kunnen optreden. Er is geen
aanwijzing op dit moment.
De heer Huijbregts:
Het kan dus in de praktijk voorkomen dat vanneer
men gaat klagen tegen het houden van vee door een
boer in de bebouwde kom, ik denk bijvoorbeeld aan
Herijgers in Wernhout, betrokkene genoodzaakt wordt
zijn vee op te ruimen?
De voorzitter:
Wanneer klachten zouden binnen komen en na onder
zoek zou blijken dat deze klachten inderdaad ge
grond zijn en er zou geen eind aan willen worden
gemaakt dan zouden wij er inderdaad iets aan kunnen
doen, maar ik kan u wel verzekeren dat burgemeester
en wethouders bepaald niet van plan zijn om nu eens
even fris van de lever bezwaren gegrond te gaan ver
klaren met het gevolg dat paarden en koeien weg moe
ten. Daar gaat het niet om. Het gaat dus niet om het
normale geval dat 'iemand een pony heeft om op dan
binnen gekomen klachten direct te besluiten om dat
gedeelte van de kom tot verboden gebied te verklaren
voor het houden van paarden. Er is weinig fantasie
voor nodig om met name over dat soort gevallen een
situatie voor te stellen dat omwonende daar last van
hebben.
De heer Huijbregts:
Ik ben alleen maar bang dat bij onenigheid tussen
buren onderling men klachten hieromtrent gaat zoe
ken.
De voorzitter:
Er zit bij deze stukken ook een brief waarbij ge
vraagd wordt om die categoriën uit te breiden. De
terughoudendheid van het college om die uitbreiding
voor te stellen is misschien toch wel voldoende
illustratie ervan dat wij stellig niet staan te
dringen omdat te doen. Wij hebben die uitbreiding
niet willen geven, omdat die zaak ten aanzien van
schapen en geiten volkomen stabiel is. Er zal wel
eens iemand een schaap hebben maar het is toch niet
zo dat het houden van schapen toeneemt. Maar wij
weten niet hoe het zich met pony's gaat ontwikkelen.
Ik vind het heel fijn dat het de pony-sport goed gaat.
Daarover moet stellig geen misverstand bestaan. Er
kan zich een geval voordoen dat de buren van het hou
den van een paard in de bebouwde kom dermate over
last ondervinden dat wij genoodzaakt worden han -
delend op te treden. V/ij hebben wel ervaring in
burenruzies. Wij weten wel dat het gelijk en ook het
ongelijk daar dikwijls gelijkelijk verdeeld is.
Wij zijn nift zo happig in het partij kiezen bij
burenruzies. Dat zult u ook wel weten.
De heer Pellis:
Ik zou in ieder geval de garantie willen hebben dat
degenen die een pony willen houden er zeker van kun
nen zijn dat zij dat mogen doen.
De voorzitter:
Mijnheer Pellis, gelet op het voorstel en de toe
lichting die ik u heb gegeven zal het u duidelijk
zijn dat ik die garantie niet voor 100$ kan geven.
Wij moeten bij de excessen een stok achter de deur
hebben om aan een onmenselijke toestand een einde
te kunnen maken. Het voorstel is nu net bedoeld om
niet voor 100$ een zekerheid te bieden.
De heer Pellis:
Dan zullen wij er in ieder geval op tegen zijn.
De voorzitter:
Dat is uw goed recht. Maar het gevraagde kan niet
worden geboden.
De heer Laseroms:
Mijnheer Pellis, u hangt 60 gezinnen waar een pony
wordt gehouden op tegen 2940 andere gezinnen.
De heer Pellis:
Maar nu moet u niet stellen dat 2940 gezinnen last
hebben van die pony's.
De heer Laseroms:
U wilt 100$ zekerheid hebben, mag ik 100$ van de be
volking nemen.
De heer Pellis:
Je kunt het ook anders stellen. Moeten 60-70 men
sen die een pony houden gedupeerd worden door het
feit dat een enkeling overlast veroorzaakt aan
zijn buren. Betrokkenen mogen dan bij gratie van
burgemeester en wethouders een pony houden.
De voorzitter:
Die mensen houden geen pony bij de gratie van
burgemeester en wethouders. Dat vind ik een ver
tekening van het voorstel. Dat is nu echt de be
doeling niet. Ik heb heel uitvoerig zitten ver
tellen hoe wij over de zaak denken en dan komt
u met deze opmerking. Er wordt geen vergunning
geëist. Iedereen mag een pony houden, het enige
wat je niet mag is daarbij aan een ander over
last veroorzaken. Dat is toch redelijk.