Ingekomen stukken en eventuele mededelingen.
De voorzitter:
Eerst een mededeling mijnerzijds.
U hebt uit alle mogelijke communicatiemedia verno
men, v/at u misschien ook uit eigen waarnemingen
reeds wist, dat er onder het Belgische Meir een
slachterij is opgericht.Naar men verwacht zal de
ze slachterij een dezer dagen in bedrijf worden ge
nomen. Tegen de ongezuiverde lozing van afvalwater
hebben wij, burgemeester en wethouders, in het ka
der van de Belgische hinderwet bezwaar gemaakt.
Daarnaast heb ik zelf nog een gesprek gehad op het
Kabinet van de Gouverneur van Antwerpen om daarbij
nog nader te wijzen op de bezwaren die wij koes
teren tegen het ongezuiverd lozen van afvalstoffen
op die wateren die rechtstreeks met Zundertse wa
terlopen in verbinding staan en rechtstreeks op de
Zundertse waterlopen uitkomen. Ik neem aan dat de
houding van het gemeentebestuur in deze ook de
steun van uw raad, heeft. Ik hoop dat dit alle
maal met uw instemming gebeurt.
De heer Kunst:
Zal er vandaag in Antwerpen een beslissing op het
verzoek om een lozingsvergunning worden genomen?
De voorzitter:
Het is mogelijk dat die beslissing vandaag valt.
Ik heb er evenwel niets over gehoord. Zodra wij
de beslissing weten, zullen wij u hiervan in ken
nis stellen.
De heer Pellis:
Komt het water van het zwembad nog uit de beek?
De voorzitter:
Stellig niet. Het water van het zwembad wordt van
de Waterleiding betrokken. Het afvalwater van die
slachterij komt in de Mark. Het water van het zwem
bad werd evenwel betrokken uit de Aa of Weerijs.
Deze wateren staan niet met elkaar in verbinding.
Bedoeld afvalwater komt niet in de Aa of V/eerijs,
maar wordt verderop in de Mark geloosd. Wij zul
len al datgene doen wat kan leiden tot het keren
van het onheil.
De voorzitter:
Ik mag u allereerst wijzen op het ingekomen stuk
B van de begrotingswijzigingen nr. 1 (verdaging
beslissing 12e wijziging 1971 gemeente). Betreft
krediet ten bedrage van 2.664.630,ten be
hoeve van de bouw van 60 woningwetwoningen. Raads
besluit d.d. 16 maart 1971. Inmiddels hebben Ge
deputeerde Staten hun goedkeuring aan deze be
grotingswi jziging onthouden. Op zich is dit een
normale zaak zolang deze aangelegenheid bij het Mi
nisterie nog niet rond is. Alsdan wordt goedkeuring
aan een dergelijke begrotingswijziging onthouden en
zodra de zaak wel rond is wordt alsnog de goedkeu
ring verleend. Het is vandaag toch wel de moeite
waard om hierop verder in te gaan. Ik heb u bij de
behandeling van deze begrotingswijziging in uw raad
medegedeeld dat wanneer wij met deze zaak vastlopen,
wij dan pas zullen terug gaan in de opgang van de
kwaliteit van de woningwetwoningen. Ik moet u tot
mijn groot verdriet zeggen, dat wij inderdaad vast
gelopen zijn. Wij zouden de te bouwen woningen in
derdaad aan de curve-prijs gekregen hebben, maar de
ze T^oningen zouden dan een maandelijkse huur van
300,moeten gaan opbrengen. Gelet op hetgeen
reeds eerder in uw raad naar voren is gebracht menen
wij dat dat toch niet meer zou gaan. Wij hebben in
tussen kans gezien om een ander plan op tafel te bren
gen',- u irindt het plan voor u, het is een wat kortston
dige behandeling, dat wil ik u onmiddellijk toegeven,
maar het is toch wel erg kort dag geworden. Wij zijn
beslist met het plan niet in gevaar om ons contingent
te verliezen; in tegendeel, want dit plan heeft er
gens al de zegen verkregen. Verwacht mag worden dat,
waar we dit met een aannemer aan een goede prijs heb
ben, dit plan op korte termijn goed zal komen te zit
ten. Dan zal er toch evenwel een nieuw besluit van
uw raad moeten komen om deze woningwetwoningen te
bouwen. Uw vorig besluit betrefnamelijk andere woningen
en eveneens een ander bedrag. Als u de tekening welke
voor u ligt openslaat, dan kunt u zien dat het hier
nog een heel behoorlijke woning betreft met een in
houd van 356 m3» De grondkosten zijn uiteraard onge
wijzigd gebleven namelijk j 526.975,De aanne
mingssom van de raming van april 1971 bedroeg
1.820,000,--; de raming van augustus waarvoor de zaak
rond leek bedroeg 2.271,938,Thans gaat het om
een aannemingssom van 1978670Deze bedragen
liggen op het oog niet zo vreselijk ver uit elkaar.
Het kernpunt van de huidige moeilijkheden is gelegen
in de omstandigheid dat de woningen ten gevolge van
de gestegen bouwkosten, in het ongunstig deel van
de rijksbijdrageregeling terechtgekomen zijn. Deze
rijksbijdrageregeling is en wordt evenmin op korte
termijn gecorrigeerd in verband met deze gestegen
bouwkosten. Dat impliceert dat wij een veel geringere
huurbijdrage voor deze woningen zouden krijgen. Dit
impliceert dat minstens een maandelijkse huur van
300,moest worden gevraagd. Wij hebben in de
na-oorlogse jaren ten aanzien van de woningwetbouw
een voortdurend opgang in de kwaliteit gehad. Als
u van de oudste naar de nieuwste woningen gaat, dan
komt u van woningen waar nog niet eens een douche in
aanwezig is tot woningen welke met centrale verwar-