- 26 -
De heer Pellis:
Kunnen degenen die totnutoe gezwegen hebben ook niet
hun mening naar voren brengen
De voorzitters
Als IJ stemming vraagt dan doen ze dat
De heer Hoekman:
Nu dat zo uitdrukkelijk gevraagd wordt,wil ik hier mijn
mening naar voren brengen. Ik ben tegen de invoering
van de rondvraag.Wanneer ik deze vergadering vanavond
eens goed beluisterd heb en de verslaggevers alles
zouden opschrijven van hetgeen hier vanavond gezegd is
geloof ik dat de mensen denken dat er van deze verga
dering een lachertje is gemaakt. Daarom ben ik ook
tegen de rondvraag.
De heer Pellis:
De heer Hoekman spreekt van een lachertje.
De voorzitter:
Trekt U het zich aan mijnheer Pellis?
De heer Pellis:
Absoluut niet. Ik ben wel nieuwsgierig naar hetgeen
de heer Hoekman bedoelt met dat lachertje.
Ik ben er me niet bewust van,dat ik onzin verkocht
heb
De heer Hoekman:
Ik heb hierop verder geen kommentaar.
De voorzitter:
Laten we nu tot stemming overgaan.
Wie "TEGEN" stemt spreekt zich uit tegen de invoering
van de rondvraag.
&r
wordt dan als volgt gestemds
heer Verheijen tegen; de
heer
Huijbregts
tegen
de
heer Laseroms
tegen;
de
heer
Hoekman
tegen
de
heer Koeken
tegen;
de
heer
Mathijs sen
tegen
de
heer Valk
voor
de
heer
Leeuw
voor
de
heer Van Hassel
voor
de
heer
Van Bedaf
tegen
de
heer Hereijgers
tegen;
de
heer
Mertens
tegen
de
heer Pellis
voor
de
heer
Arnouts
voor
de
heer Kunst
tegen.
- 27 -
De voorzitter:
Ik konstateer, dat er 10 stemmen" TEGEN en
5 stemmen VOOR zijn uitgebracht, hetgeen inhoudt
dat de raad heeft besloten geen rondvraag in te
voeren.
Sluiting. Niets meer te behandelen zijnde sluit de voorzitter
de vergadering met het voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 24 augustus 1971
DE RAAD VOORNOEMD,
de sekretaris, de voorzitter,
B/Kr.