- 30 -
De voorzitter»
U begrijptmijnheer Valk,dat burgemeester en wethouders
er geen behjefte aan hebben om te treden in de verhou
ding tussen kiezers en gekozenen» Indien er raadsleden
zijn die hierop willen reageren, dan geef ik hen daartoe
gaarne de gelegenheid.
Re heer Huijbregts:
Ik moet de heer Valk erop attenderen,dat de hier
zitting hebbende groeperingen met een verkiezingspro
gramma uitgekomen zijn.De groepering Huijbregts heeft
daarop de verwezenlijking van een zwembad als nummer 1
gesteld. Op grond daarvan zijn wij -na de jongerenpartij-
de grootste groepering geworden in de raad, voor wat
het aantal behaalde stemmen betreft. Hieruit blijkt,
dat de kiezers het met dit programma roerend eens
geweest zijn.
De heer Verheijen
Ik geloof,dat uit mijn recente uitlatingen duidelijk is
geblekenwelke richting ik gekozen heb.Ik heb wel een
restrictie gemaaktwaarop U overigens pog nader bent
ingegaan. Verder wil ik mij van commentaar onthouden.
Er wordt hier regelmatig over verkiezingen gesproken.
Ik geloof,dat burgemeester en wethouders nog een der
mate vertrouwen van de raad genieten,dat we nog niet
aan een regeringscrisis toe zijn.
De voorzitter;
Ilc geloof,dat we de discussie op dit punt moeten be
ëindigen
Hierna wordt het voorstel tot vaststelling van de
gemeentebegroting 1971 me"t óe daarbij behorende begro
tingen van de aangewezen takken van dienst en tot be
schikking op de subsidie-aanvragen, zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heer Pellis;
Ik verlang gaarne stemming over de door het kollege
uitgebrachte investeringsnota.
De heer Van Bedaf:
Ik wil uitdrukkelijk stellen,dat ik vóór het investerings
plan ben,mits ik de garantie krijg dat de wegen niet ten
achter gesteld worden.De wegen mogen van de vaststel
ling van bedoelde lijst geen nadeel ondervinden.
De voorzitter:
Ik geloof,dat ik heel duidelijk ben geweest over de
gedachten,welke er bij het kollege leven ten aanzien
van de verharding van wegen. Als U het met die expli-
katie eens kunt zyn,zal ik mij daarover zeer verheugen.
- 31 -
Vaststellen
voorbereidins-
besluit voor
gronden,gele
gen tussen
1 Molenstraat
Rutvenstraat
en Lijsterstraat.
Hierna wordt overgegaan tot stemming omtrent de door
burgemeester en wethouders uitgebrachte investeringsnota.
Op de wijze voorgeschreven in artikel 27 van het reglement
van Orde wordt bepaald,dat de omvraag begint bij nr. 8
van de presentielijst: de heer J.J.Koeken.
Er wordt als volgt gestemd:
De heer Koeken:vóór; de heer Verheijen: vóór;
de heer Huijbregts: vóór; de heer Hoekman: vóór;
de heer Liertens: vóór; de heer Van Hassel: vóór;
de heer Pellis: tegen; de heer Arnouts: tegen;
de heer Van Bedaf: vóór; de heer Hathyssen: vóór;
de heer Laseroms: vóór; de heer Herejjgersvóór
de heer Valk: vóór; de heer Leeuw: vóór
en de heer Kunst: vóór.
Er zijn 13 stemmen vóór en 2 stemmen tegen uitgebracht,
zodat de raad zich heeft verenigd met de onderhavige
investeringslijst en de voorgestelde dekkingsmiddelen.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van
een voorbereidingsbesluit voor de gronden gelegen tussen
de Molenstraat,de Rutvenstraat en de Lijsterstraat.
De heer Valk:
Tot 1 augustus j.l. was artikel 20 van de Wederopbouwwet
van kracht. In de praktijk werd de raad niet betrokken
bij de toepassing van dat artikel.Zo ligt het met deze
voorbereidingsbesluiten ook. De raad weet niet wat daar
gaat gebeuren. Er worden op grond van dit voorbereidings
besluit bouwvergunningen verleendzonder dat de raad
v/eet wat er precies gaat gebeuren. Ik vind het niet erg,
dat daar noodzakelijke bouwwerken worden opgerichtmaar
in principe ben ik het er niet mee eens,dat de raad hier
niets in te zeggen heeft en in een later stadium -namelyk
bij de vaststelling van een bestemmingsplan- ten aanzien
van de gerealiseerde bebouwing voor een voldongen feit
wordt gesteld.
Kan de raad -bij wijze van uitsondering- worden geïnformeerd
over dergelijke bouwaanvragen en wel voordat hierop door
burgemeester en wethouders een beschikking is genomen
De voorzitter:
U stelt het wel wat erg zwart-wit.Uit het raadsvoorstel
blijkt,dat wij beogen om de ter plaatse aanwezige bedrijven
de gelegenheid te geven verder uit te breiden.Dat is
overigens een duidelijke zaak.Daarop anticiperen -dus
voor de vaststelling van het te ontwerpen bestemmingsplan-
is niet iets waar de raad geen weet van heeft.
Ik wil U als voorbeeld geven de camping"Stichting Paters-
ven". De aldaar aanwezige gebouwen zijn ook niet met toe
passing van de anticipatiebepalingen tot stand gekomen.
Daar is het provinciaal bestuur ook erg op gesteld,ten
einde de ontwikkeling van dat projekt goed te kunnen be
geleiden. Ik vind toch niet,dat de raad hier wetenschap
onthouden wordt van zaken die hier gaan gebeuren.Deze
zaken zijn niet zo principieel dat U dat perse moet weten.
U weet wat daar globaal gaat plaastvinden.L weet wat hier
gaat gebeuren.