O - 8 De heer Arnouts: Als het comité alle moeite gedaan heeft om de benodigde gelden bijeen te krijgen, maar er blijft niettemin een tekort over, kan dat tekort dan van gemeentewege wor den aangevuld? Mag ik van de heer Huijbregts weten hoe groot dat tekort is? De heer Huijbregts: Ik heb geen zitting in het comité. Als inwoner van Wern- hout ben ik blij, dat de pers vóór deze raadsvergadering er mededeling van deed dat burgemeester en wethouders de raad adviseerden om het verzoek om subsidie van dit co mité af te wijzen. Uit de nadien verleende bijdragen it de solidariteit van de Vernhoutse mensen gebleken; zij hebben goed gegeven. De voorzitter: Het is duidelijk dat de kosten verbonden aan de intocht van de sint eerder voor subsidiëring in aanmerking komen dan het verstrekken van snoep aan de kinderen, waar de plaatselijke gemeenschap primair voor moet zorgen. In het algemeen -en dit geldt ook ten aanzien van de subsidiëring van de verenigingen- moeten wij kijken wat uit de kring van de mensen zelf komt. Het is een bijdrage, doch niet het weggeven van geld omdat er zoveel weg te geven is of omdat een ander wat gekregen heeft. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aan genomen. - Voorstel van burgemeester en wethouders tot voorlopige Voorlopige vast- vaststelling van de rekeningen der aangewezen takken van stelling rekeningen dienst en van de gemeenterekeningen over de jaren 1968/1969» takken van dienst en gemeentereke ningen over jaren 1968/1969. De voorzitter: Voor het onderzoeken van deze rekeningen is een commissie benoemd. De heer Verheijen is voorzitter van deze commis sie geweest. Ik wil de heer Verheijen vragen of hij nog iets aan het door de commissie uitgebrachte rapport heeft toe te voegen? De heer Verheijen: Ik dacht dat het rapport aan duidelijkheid weinig te wensen overlaat. Wij hebben gemeend het verslag zo beknopt moge lijk te moeten houden. Wij willen dank zeggen aan de gemeenteontvanger en zijn staf van medewerkers. Zij hebben ons op onze wenken be diend. Het vergaderen was voor ons een genoegen. Ik weet zeker dat ik mede spreek uit naam van mijn collega's. Wij hebben geen blad voor de mond genomen en hebben spontaan alle verlangde inlichtingen gekregen. -De-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1971 | | pagina 124