- 14 - Dat is naar mijn gevoel de duidelijkste aanwijzing,dat deze grens ook precies op de helft ligt. Deze grens is ook op de tekening terug te vinden. U kunt natuurlijk stellen,dat de tekening niet exact genoeg is, maar de tekening laat geen twijfel over de vraag, dat de grens van het belastinggebied precies in het midden van het bouwblok loopt. De heer Valk: Neemt U mij niet kwalijk, dat ik U in de rede valmaar ik kan met evenveel recht precies een andere redenering opstel len. Waarom is die vier meter diepe strook grond aan de eigenaren van de aan de Fazantstraat gelegen gronden toege wezen. De rooilijn van de aan de Fazantstraat staande wonin gen ligt op 5 meter. Om het duidelijk te stellen, het voor tuintje is daar 5 meter diep. In de Reigerstraat beschikt men over een gedeelte -de rooilijn verspringt daar iets- over een voortuin van 3 meter diepte. Dat is dus het bewuste verschil van die 2 meter. Wanneer nu deze 2 meter diepe strook grond wordt gegeven aan de eigenaren van de gronden aan de Reiger straat, heeft dit tot gevolg, dat de achtertuinen van de Fazantstraat en de Reigerstraat een gelijke diepte hebben. De meeste mensen hebben namelijk liever een grotere achtertuin, al gaat dit dan ten koste van de voortuin. U voelt toch wel aan, dat dit een hele logische redenering zou kunnen zijn. De voorzitter: Maar een foute, mijnheer Valk. Wij kijken nfet naar de rooi lijnen voor de bepaling van het bouwperceel. Wanneer iemand een boerderij in het veld bouwt, moet hij nog een veel grotere rooilijn in acht nemen. Desniettemin moet hij de grond vanaf de straat in eigendom hebben. Het kan wel zijn, dat aan de Fazantstraat de rooilijn wat anders ligt en de voortuinen dientengevolge wat dieper zijn, maar het bouwperceel, zoals het daar lag en gereed om ingedeeld te worden, was bepalend voor de vaststelling van de grens van het belastinggebied. De mensen hadden -theoretisch geredeneerd- misschien wel een grotere voortuin willen hebben. Dat is evenwel geen maatstaf voor de belasting. Voor de bouwgrondbelasting is slechts bepalend welk bouwperceel er ter plaatse ligt. De grens wordt dan in het midden gelegd. Hoe het perceel later met het oog op de rooilijnen en de voorkeur van betrokkenen wordt ingedeeld, doet voor deze belasting niets terzake. Natuurlijk moet wel aan de voorschriften van het bestemmingsplan worden voldaan. Daarom geloof ik, dat de krachtens de verordening vastge stelde grens een juiste is. Maar het is nog al een technisch punt De heer Valk: Erg technisch. Ik ben begonnen met te zeggen,dat de raad de bedoelingen, zoals deze in de verordening zijn neerge legd, niet kan aanvechten. Maar omdat de grens niet exact in meters is vastgelegd, zou het een aanvechtbare zaak kunnen zijn. Dit laatste kan de raad echter niet stel len, omdat het bij de invoering van de verordening de be doeling was de grens in het midden van het bouwblok te leggen. - 15 - De voorzitter: Ik ben blij dat U dit onderschrijft. Tcch zou ik van de kant van de gemeente willen stellen, dat de desbe treffende tekening niet zo slechts is als wordt voorge steld. De tekening geeft namelijk wel heel duidelijk de bedoeling weer, namelijk dat deze eigenlijk voor geen tweeërlei uitleg vatbaar is. De heer Valk: Het zou in elk geval geen discussiepunt geweest zijn, indien de maat erbij zou hebben gestaan. De voorzitter: Nee dat niet, maar ik gelwof niet dat in alle opzichten in tekeningen maten moeten worden aangegeven. In het kadaster staan ook geen maten op de tekeningen. ¥y werken aan de hand van de oppervlakten volgens de kadastrale inschrijvingen. Indien er alsnog correcties volgen, dan passen wij vanzelfsprekend onze belasting aanslag aan. Dat staat buiten kijf. Wij sturen jaarlijks onze aanslagen aan degenen die op dat moment eigenaren zijn. Vandaar, mijnheer Jochems, dat wij begonnen zijn met de aannemer te praten en daarna met de huidige eigenaren in gesprek zijn gekomen. Verkoopt iemand zijn huis weer aan een ander, dan treden wij met de nieuwe eigenaar in verbinding. Kunt IJ, mijnheer Valk, ondanks Uw opmerkingen en bezwaren toch wel instemmen met het ongegrond verklaren van dit bezwaarschrift? Want dat is ons voorstel. De heer Valk: Het is naar mijn mening niet ongegrond. Ik blijf er name lijk bij, dat het mogelijk aanvechtbaar is. Als raad zullen we dit -zoals ik gesteld heb- niet aanvechten. De voorzitter: Ik laat dan graag die persoonlijke mening aan U. Ik kan begrijpen dat U Uw visie handhaaft. Vaststellen re geling verlenen bijdrage aanslui- "tingskosten wa terleidingnet Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 8-Voorstel van burgemeester en wethouders tot het vast stellen van regelen voor het verlenen van een bijdrage in de aansluitingskosten op het waterleidingnet. De voorzitter: De drie gevallen, welke er thans liggen om afgewerkt te worden, zou ik graag willen laten vallen onder de werking van de nieuwe, door U vast te stellen regeling. De heer Van Aert: Is de voorgestelde regeling gunstiger dan de thans gel dende? Of werd tot op heden de bijdrage berekend aan de hand van de financiële toestand van betrokkene.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1969 | | pagina 82