- 12 -
De heer Valk:
Ik geloof niet dat een totale nivellering van de be
zoldiging gezond zou zijn. Haar ik ben er een voor
stander van dat de lagere inkomens dichter de hoge
re inkomens benaderen. We kunnen er lang en breed
over praten, dat ben ik met U eens, maar ik ben vóór
het idee van de Kabo en ik wens dan ook stemming over
dit voorstel.
De heer Pellis:
Ik zou de heer Valk wel eens willen vragen hoe hi j
deze zaak dan wil verdedigen op het punt der bijzon
dere belastingen?
De heer Valk:
Dat zijn geen bijzondere belastingen.
De voorzitter:
Het komt er kort en goed op neer, dat er afhankelijk
van de hoogte van het inkomen een belasting drukt,
die dit jaar talloze mensen getroffen heeft in de
vakantietoeslag, welk percentage varieert van 20
tot 40c/j, al naar gelang de hoogte van het inkomen.
Dat is voor ons de reden geweest om te oordelen,
dat het voorstel van de Kabo een te grove en te
willekeurige greep is geweest.
De heer Valk:
Ik vind het juist een mooi begin om te komen tot een
kleiner verschil tussen de hoger- en lager bezoldig
den. Ik wil op dit punt graag een voorbeeld geven.
De voorzitter:
Ik ben voor het geven van voorbeelden,maar dan moeten
deze wel zinvol zijn,hetgeen van Uw voorbeeld niet
gezegd kan worden.
De heer Pellis:
Dat de heer Valk de lager bezoldigden vooruit wil
helpen, akkoord, maar ik ben bang dat degenen die
iets meer verdienen, niet zullen begrijpen op grond
waarvan de heer Valk er toe komt het voorstel van de
Kabo te volgen. Ik zou dan ook graag willen hebben
dat de heer Valk daar iets dieper op inging.
De heer Valk:
Dat is wederkerig. Als U nu kunt aantonen dat dit
werkelijk niet reëel is, dan geloof ik dat het hier
niet de plaats is om dit nu even in cijfers te gaan
uitdrukken. Ik zou daarom willen voorstellen om dit
stuk aan te houden.
De voorzitter:
Daar zou ik persé niet toe willen adviseren,omdat we
toch al de ambtenaren op de uitbetaling hebben moeten
laten wachten totdat Uw raad hierover beslist had.
De heer Van Bedaf
Ik kan niet aan de stemming deelnemen omdat ik in dit
stadium niet kan bezien of hier var de lager bezoldig
den voor- of nadelen aan vastzitten.
- 13 -
Wijzigen ge-
ffieentebegrO'
"ting i.v.m.
overboeken
restantkre-
d-ieten van
1968 naar
1969.
Sluiting.
De voorzitter:
U zult in elk geval aan de stemming moeten deelnemen.
De heer Van Hassel:
Het Kabo-voorstel is erg duidelijk, namelijk voor iedere
ambtenaar 140»
De voorzitter:
Laten we dus nu tot stemming overgaan.
Op de wijze voorgeschreven in artikel 27 van het reglement
van orde wordt bepaald, dat de omvraag begint bij no. 15
van de presentielijst de heer J.J.Pellis.
Er wordt dan als vólgt gestemd
De heer Pellis: voor? de heer Koeken: voor; de heer
Huijbregts: tegen; de heer Van Bedaf: voor; de heer Iiertens:
voor; de heer Iiathijssenvoor; de heer Jochems: tegen;
de heer Hoekman: tegen; de heer Valk: tegen; de heer Van
der Heijden: voor; de heer Hendrickx: tegen; de heer
Leeuw: voor; de heer Van Hassel: tegen; de heer Van Aert:
voor en de heer Verheijen: voor.
De voorzitter:
Er zijn 9 stemmen vóór en 6 stemmen tegen het voorstel
van burgemeester en wethouders uitgebracht, zodat over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
is besloten.
22 - Voorstel van burgemeester en wethouders tot het wijzigen
van de gemeentebegroting in verband met het overboeken van
de restant-kredieten van 1968 naar 1969»
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de voorzitter de ver
gadering met het voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 25 november 1969»
de raad voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,
v
b/as.
coll